Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 3 april 2019 door Andrew Clarke tegen de beschikking van het Gerecht (Vijfde kamer) van 25 maart 2019 in zaak T-731/18, Clarke / Commissie

(Zaak C-284/19 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirant: Andrew Clarke (vertegenwoordiger: E. Lock, Solicitor)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

de zaak terugverwijzen naar het Gerecht voor een nieuwe uitspraak met inachtneming van het arrest van het Hof;

gelasten dat uiterlijk op 12 april 2019 (of enige andere datum tot waarop het in artikel 50 VEU bepaalde tijdvak kan worden verlengd)

het Gerecht de zaak behandelt volgens een tijdschema en op een wijze dat het in staat is deze zaak definitief af te doen;

de Commissie, bij wijze van voorlopige maatregel, aan het Verenigd Koninkrijk een met redenen omkleed advies uitbrengt waarin zij haar standpunt uiteenzet over de inbreuken op het Unierecht die kunnen worden afgeleid uit haar brief aan rekwirant van 25 oktober 2018;

gelasten dat de partijen zich tot het Gerecht mogen wenden voor eventueel nadere instructies;

de Commissie verwijzen in de kosten van rekwirant.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn hogere voorziening voert rekwirant één enkel middel aan.

Het Gerecht heeft in zijn beschikking van 25 maart 2019 de strekking van het beroep van rekwirant onjuist opgevat en ten onrechte geoordeeld dat hij niet bevoegd was om beroep in te stellen, alsook dat het niet bevoegd was kennis te nemen van dat beroep.

Rekwirant vorderde niet dat de Commissie een inbreukprocedure tegen het Verenigd Koninkrijk (hierna: „VK”) zou inleiden. Hij verzocht om nietigverklaring van twee besluiten van de Commissie, waarvan het Gerecht er één ten onrechte heeft bevestigd. De door het Gerecht aangehaalde rechtspraak ondersteunt immers niet het doel waarvoor het daarnaar heeft verwezen, of is irrelevant. Rekwirant kan om nietigverklaring van die besluiten verzoeken aangezien zij tot hem waren gericht en/of hem rechtstreeks en individueel raakten. Bovendien kan rekwirant subsidiair verzoeken om een beschikking op grond van artikel 265 VWEU aangezien de Commissie heeft nagelaten het Verenigd Koninkrijk een met redenen omkleed advies te doen toekomen, hoewel zij daartoe verplicht was volgens artikel 258, eerste alinea, VWEU, gelet op de impliciete aanname in dat tweede besluit dat zij op grond van artikel 258, tweede alinea, VWEU kon concluderen dat het VK het Unierecht had geschonden. Aldus zou het met redenen omklede advies ook aan rekwirant moeten worden gericht en/of zou het hem rechtstreeks en individueel raken. Rekwirant kan in het kader van zijn beroep op grond van artikel 265 VWEU tevens verzoeken om een dwangbevel en voorlopige maatregelen vorderen.

____________