Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland) op 7 januari 2020 – Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände - Verbraucherzentrale Bundesverband e.V. tegen Vodafone GmbH

(Zaak C-5/20)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberlandesgericht Düsseldorf

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände - Verbraucherzentrale Bundesverband e.V.

Verwerende partij: Vodafone GmbH

Prejudiciële vragen

Dient artikel 3, lid 1, van de TSM-verordening1 aldus te worden uitgelegd dat het recht van eindgebruikers om via hun internettoegangsdienst gebruik te maken van de eindapparatuur van hun keuze zich mede uitstrekt tot het recht om via rechtstreeks op de interface van het openbare telecommunicatienet aangesloten eindapparatuur (bijvoorbeeld een smartphone of tablet) ook met andere eindapparatuur (een andere tablet of smartphone) gebruik te maken van de internettoegangsdienst (tethering)?

2)    Indien de eerste vraag bevestigend moet worden beantwoord:

Dient artikel 3, leden 1 en 2, van die verordening aldus te worden uitgelegd dat de vrijheid van de eindgebruiker om de eindapparatuur te kiezen op ontoelaatbare wijze wordt beperkt indien tethering weliswaar niet contractueel verboden of technisch beperkt wordt, maar via tethering verbruikte datavolumes krachtens een contractueel beding, anders dan zonder tethering verbruikte datavolumes, niet onder een zero-rating-aanbieding vallen, doch op een basisvolume worden aangerekend en bij overschrijding daarvan afzonderlijk in rekening worden gebracht?

____________

1     Verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van maatregelen betreffende open-internettoegang en tot wijziging van richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronischecommunicatienetwerken en -diensten en verordening (EU) nr. 531/2012 betreffende roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken binnen de Unie (PB 2015, L 310, blz. 1).