Language of document :

Arrest van het Gerecht van 12 juli 2018 – Oostenrijk/Commissie

(Zaak T-356/15)1

[„Staatssteun – Door het Verenigd Koninkrijk voorgenomen steun ten behoeve van eenheid C van de kerncentrale van Hinkley Point – Contract for difference, ministeriële goedkeuring en kredietgarantie – Besluit tot verenigbaarverklaring van de steun met de interne markt – Artikel 107, lid 3, onder c), VWEU – Doelstelling van algemeen belang – Bevordering van kernenergie – Noodzakelijkheid van overheidsinterventie – Mededeling betreffende garanties – Bepalen van het steunelement – Evenredigheid – Investeringssteun – Exploitatiesteun – Recht om opmerkingen in te dienen – Procedure tot plaatsing van overheidsopdrachten – Motiveringsplicht”]

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Republiek Oostenrijk (vertegenwoordigers: aanvankelijk C. Pesendorfer en M. Klamert, vervolgens G. Hesse en M. Fruhmann, gemachtigden, bijgestaan door H. Kristoferitsch, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: É. Gippini Fournier, R. Sauer, T. Maxian Rusche en P. Němečková, gemachtigden)

Interveniënt aan de zijde van verzoekende partij: Groothertogdom Luxemburg (vertegenwoordigers: D. Holderer, gemachtigde, bijgestaan door P. Kinsch, advocaat)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Tsjechische Republiek (vertegenwoordigers: M. Smolek, T. Müller en J. Vláčil, gemachtigden), Franse Republiek (vertegenwoordigers: aanvankelijk G. de Bergues, D. Colas en J. Bousin, vervolgens D. Colas en J. Bousin, gemachtigden), Hongarije (vertegenwoordigers: aanvankelijk M. Fehér en M. Bóra, vervolgens B. Sonkodi, vervolgens A. Steiner, gemachtigden, bijgestaan door P. Nagy, advocaat, en ten slotte A. Steiner), Republiek Polen (vertegenwoordiger: B. Majczyna, gemachtigde), Roemenië (vertegenwoordigers: aanvankelijk R. Radu en M. Bejenar, vervolgens M. Bejenar en C.-R. Canţăr, gemachtigden), Slowaakse Republiek (vertegenwoordiger: B. Ricziová, gemachtigde), en Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: aanvankelijk C. Brodie en S. Brandon, vervolgens C. Brodie, S. Simmons en M. Holt, vervolgens C. Brodie, S. Simmons en D. Robertson, vervolgens C. Brodie en D. Robertson, vervolgens C. Brodie en tenslotte C. Brodie en Z. Lavery, gemachtigden, bijgestaan door T. Johnston, barrister, en A. Robertson, QC)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van besluit (EU) 2015/658 van de Commissie van 8 oktober 2014, betreffende steunmaatregel SA.34947 (2013/C) (ex 2013/N) die het Verenigd Koninkrijk voornemens is ten uitvoer te leggen ten behoeve van eenheid C van de kerncentrale Hinkley Point (PB 2015, L 109, blz. 44), waarbij de Commissie heeft vastgesteld dat deze steunmaatregel verenigbaar was met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, onder c), VWEU en de tenuitvoerlegging ervan heeft toegestaan.

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

De Republiek Oostenrijk wordt verwezen in haar eigen kosten, alsmede in de kosten van de Europese Commissie.

De Tsjechische Republiek, de Franse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, de Republiek Polen, Roemenië, de Slowaakse Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland worden verwezen in hun eigen kosten.

____________

1     PB C 337 van 12.10.2015.