Language of document : ECLI:EU:C:2019:130

BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN HET HOF

8 februari 2019 (*)

„Doorhaling”

In zaak C‑750/18,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de rechtbank Amsterdam (Nederland) bij beslissing van 29 november 2018, ingekomen bij het Hof op 3 december 2018, in de procedure

A,

B

tegen

C,

geeft

DE PRESIDENT VAN HET HOF,

advocaat-generaal P. Pikamäe gehoord,

de navolgende

Beschikking

1        Bij brief van 7 februari 2019, ingekomen ter griffie van het Hof op 7 februari 2019, heeft de rechtbank Amsterdam (Nederland) het Hof meegedeeld dat zij haar verzoek om een prejudiciële beslissing intrekt.

2        Bijgevolg dient overeenkomstig artikel 100 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof de doorhaling van deze zaak in het register van het Hof te worden gelast.

3        Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen.

De president van het Hof beschikt:

Zaak C750/18 wordt doorgehaald in het register van het Hof.

Luxemburg, 8 februari 2019.

De griffier

 

De president

A. Calot Escobar

 

K. Lenaerts


* Procestaal: Nederlands.