Language of document : ECLI:EU:F:2010:166

ARREST VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
(Enkelvoudige kamer)

14 december 2010

Zaak F‑1/10

Luigi Marcuccio

tegen

Europese Commissie

„Openbare dienst — Ambtenaren — Sociale zekerheid — Ziektekostenverzekering — Verzoeken om terugbetaling van ziektekosten — Ontbreken van bezwarend besluit — Niet-ontvankelijkheid — Motiveringsgebrek”

Betreft: Beroep, ingesteld krachtens artikel 270 VWEU, van toepassing op het EGA-Verdrag op grond van artikel 106 bis ervan, waarbij Marcuccio vraagt om, ten eerste, nietigverklaring van de besluiten van de Commissie tot afwijzing van zijn verzoeken van 25 december 2008 om normale vergoeding van bepaalde ziektekosten en van zijn verzoek van 27 december 2008 om aanvullende vergoeding, dat wil zeggen tot 100 %, van dezelfde ziektekosten, ten tweede, nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 21 september 2009 tot afwijzing van zijn klacht tegen die besluiten, ten derde, veroordeling van de Commissie om hem uit hoofde van 100 % vergoeding van die kosten het bedrag van 2 519,08 EUR te betalen of een lager bedrag dat het Gerecht uit dien hoofde redelijk en billijk zal achten, vermeerderd met 10 % rente per jaar met jaarlijkse kapitalisatie, ten vierde, veroordeling van de Commissie tot betaling aan hem van een bedrag bestaande in het verschil tussen de ziektekosten die hij tussen 1 december 2000 en 30 november 2008 heeft gedragen en de vergoedingen die hij daarvoor van de gemeenschappelijke regeling van ziektekostenverzekering heeft gekregen dan welk elk ander bedrag dat het Gerecht in casu redelijk en billijk zal achten, vermeerderd met 10 % rente per jaar met jaarlijkse kapitalisatie.

Beslissing: De stilzwijgende besluiten waarbij de Commissie verzoekers verzoeken van 25 december 2008 om normale vergoeding van bepaalde ziektekosten heeft afgewezen, worden nietig verklaard. Het beroep wordt voor het overige verworpen. Elke partij zal haar eigen kosten dragen.

Samenvatting

1.      Ambtenaren — Beroep — Bezwarend besluit — Begrip — Nota van administratie waarbij betrokkene wordt meegedeeld dat zij van plan is zijn verzoek in behandeling te nemen — Daarvan uitgesloten

(Ambtenarenstatuut, art. 73, 90 en 91)

2.      Procedure — Exceptie van litispendentie

3.      Ambtenaren — Bezwarend besluit — Motiveringsplicht

(Ambtenarenstatuut, art. 25, tweede alinea)

1.      Een bezwarend besluit is een besluit dat bindende rechtsgevolgen heeft die de belangen van een ambtenaar rechtstreeks en onmiddellijk kunnen raken, doordat zijn rechtspositie op kenmerkende wijze wordt gewijzigd, waarbij dat besluit afkomstig moet zijn van het bevoegde gezag en een definitief standpunt van de administratie moet inhouden. Een antwoord waarbij de administratie de betrokkene laat weten dat zijn verzoek in behandeling wordt genomen, vormt dus niet een bezwarend besluit. Inlichtingen die een afwikkelingsbureau van het gemeenschappelijk stelsel van ziektekostenverzekering geeft over een verzoek om vergoeding van ziektekosten, waaruit blijkt dat later een besluit zal worden genomen, voldoen evenmin aan de definitie van een bezwarend besluit.

(cf. punten 46 en 47)

Referentie:

Gerecht van eerste aanleg: 1 oktober 1991, Coussios/Commissie, T‑38/91, Jurispr. blz. II‑763, punt 31; 16 maart 1993, Blackman/Parlement, T‑33/89 en T‑74/89, Jurispr. blz. II‑249, punten 27, 29 en 30; 30 juni 1993, Devillez e.a./Parlement, T‑46/90, Jurispr. blz. II‑699, punten 13 en 14; 17 maart 1998, Carraro/Commissie, T‑183/95, JurAmbt. blz. I‑A‑123 en II‑329, punten 19‑22; 21 juli 1998, Mellett/Hof van Justitie, T‑66/96 en T‑221/97, JurAmbt. blz. I‑A‑449 en II‑1305, punt 83

Gerecht voor ambtenarenzaken: 28 juin 2006, Grünheid/Commissie, F‑101/05, JurAmbt. blz. I‑A‑1‑55 en II‑A‑1‑199, punt 33, en de aangehaalde rechtspraak; 29 november 2007, Pimlott/Europol, F‑52/06, JurAmbt. blz. I-A-1-395 en II‑A‑1‑2197, punt 50; 10 maart 2009, Giaprakis/Comité van de Regio’s, F‑106/07, JurAmbt. blz. I-A-1-53 en II-A-1-231, punt 43

2.      Een beroep, ingesteld door dezelfde verzoeker als een eerder ingesteld beroep, dat op basis van dezelfde middelen is gericht tegen de weigering van dezelfde instelling om te erkennen dat zijn aandoeningen ernstige ziektes zijn, is wegens litispendentie niet-ontvankelijk.

(cf. punten 53 en 54)

Referentie:

Hof: 17 mei 1973, Perinciolo/Raad, 58/72 en 75/72, Jurispr. blz. 511, punten 3‑5; 19 september 1985, Hoogovens Groep/Commissie, 172/83 en 226/83, Jurispr. blz. 2831, punt 9

Gerecht van eerste aanleg: 14 juni 2007, Landtag Schleswig-Holstein/Commissie, T‑68/07, niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punt 16

Gerecht voor ambtenarenzaken: 25 januari 2008, Duyster/Commissie, F‑80/06, JurAmbt. blz. I-A-1-7 en II-A-1-15, punt 52

3.      Alleen wanneer het bestreden besluit vóór de instelling van het beroep ten minste een begin van een motivering bevat, mag de administratie in de loop van het geding aanvullende toelichtingen geven en zo aan haar motiveringsplicht voldoen. Indien een stilzwijgend besluit tot afwijzing van een verzoek om vergoeding van met een beroepsziekte verband houdende ziektekosten helemaal geen motivering bevat, wordt die mogelijkheid verboden.

(cf. punt 65)

Referentie:

Gerecht van eerste aanleg: 20 september 1990, Hanning/Parlement, T‑37/89, Jurispr. blz. II‑463, punten 41 en 44