Language of document :

Beroep ingesteld op 11 april 2019 – Europese Commissie/Helleense Republiek

(Zaak C-298/19)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. Konstantinidis en E. Manhaeve, gemachtigden)

Verwerende partij: Helleense Republiek

Conclusies

De Commissie verzoekt het Hof:

vast te stellen dat de Helleense Republiek, door niet alle maatregelen te treffen die nodig zijn ter uitvoering van het arrest van het Hof van Justitie van 23 april 2015 in zaak C-149/14, Commissie/Helleense Republiek1 , de krachtens artikel 260, lid 1, VWEU op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen;

de Helleense Republiek te veroordelen tot betaling van de voorgestelde dwangsom van 23 753,25 EUR per dag vertraging bij de uitvoering van het arrest in zaak C-149/14, vanaf de datum van de uitspraak van het arrest in die zaak tot de datum waarop het arrest in die zaak is uitgevoerd;

de Helleense Republiek te veroordelen tot betaling van een forfaitaire som van 2 639,25 EUR per dag vanaf de dag van de uitspraak van het arrest in zaak C-149/14 tot de dag van de uitspraak van het arrest in de onderhavige zaak of tot de dag van uitvoering van het arrest in zaak C-149/14, indien deze datum vroeger valt, en, voor zover voornoemd bedrag niet hoger is, een forfaitair minimumbedrag van 1 310 000 EUR op te leggen;

de Helleense Republiek te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Krachtens artikel 260, lid 1, VWEU is de Helleense Republiek gehouden de maatregelen te nemen die nodig zijn ter uitvoering van het arrest van het Hof van Justitie in zaak C-149/14. De Helleense Republiek heeft echter niet alle maatregelen genomen die nodig zijn ter uitvoering van het dictum van dit arrest. De Helleense Republiek heeft met name geen actieprogramma’s opgesteld voor kwetsbare zones die worden gekenmerkt door de aanwezigheid van grond- of oppervlaktewater dat verontreinigd is met nitraten uit agrarische bronnen. De Commissie heeft daarom besloten de zaak voor het Hof van Justitie te brengen.

Met haar beroep verzoekt de Commissie het Hof de Helleense Republiek een forfaitaire dwangsom van 2 639,25 EUR per dag en een dwangsom van 23 753,25 EUR per dag op te leggen. Bij de berekening van de hoogte van de forfaitaire som en de hoogte van de dwangsom is rekening gehouden met de ernst en de duur van de inbreuk en de afschrikkende werking, op basis van de financiële draagkracht van die lidstaat.

____________

1 EU:C:2015:264.