Language of document : ECLI:EU:F:2011:1

BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN DE DERDE KAMER VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

11 januari 2011 (*)

„Minnelijke regeling – Doorhaling”

In zaak F‑87/09,

betreffende een beroep krachtens artikel 236 EG en artikel 152 EA,

Abraham Dekker, functionaris van Europol, wonende te Dordrecht (Nederland), vertegenwoordigd door N. D. Dane en P. de Casparis, advocaten,

verzoeker,

tegen

Europese Politiedienst (Europol), aanvankelijk vertegenwoordigd door D. Neumann en D. El Khoury als gemachtigden, bijgestaan door B. Wägenbaur en R. Van der Hout, advocaten, vervolgens door D. Neumann en D. El Khoury als gemachtigden, bijgestaan door B. Wägenbaur, advocaat,

verweerder,

geeft

DE PRESIDENT VAN DE DERDE KAMER VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

de navolgende

Beschikking

1        Bij verzoekschrift, binnengekomen ter griffie van het Gerecht bij fax van 21 oktober 2009 (de neerlegging van het origineel heeft op 26 oktober daaraanvolgend plaatsgevonden), heeft verzoeker het onderhavige beroep ingesteld strekkende tot nietigverklaring van het besluit van de Europese Politiedienst (hierna: „Europol”) van 15 april 2009, waarbij laatstgenoemde zich onder meer op het standpunt heeft gesteld dat wanneer de Nederlandse belastingdienst verzoekers bezwaar zou afwijzen en derhalve zijn besluit om het invaliditeitspensioen dat verzoeker krachtens het Statuut voor de personeelsleden van Europol wordt uitgekeerd aan de Nederlandse belasting te onderwerpen, zou handhaven, Europol hem het bedrag zal betalen van de belasting die hijzelf over dit pensioen heeft ingehouden, vermeerderd met de wettelijke rente, en in de toekomst niet een dergelijke belasting zal heffen, zonder verzoeker evenwel een netto-inkomen te garanderen dan wel de door de Nederlandse belastingheffing veroorzaakte schade te vergoeden.

2        Bij brief, binnengekomen ter griffie van het Gerecht bij fax van 17 november 2010 (het origineel is op 22 november daaraanvolgend binnengekomen), heeft verzoeker het Gerecht meegedeeld dat partijen een minnelijke regeling hadden getroffen, zodat hij afstand van zijn beroep deed.

3        Bij brief, binnengekomen ter griffie van het Gerecht bij e-mail van 1 december 2010 (het origineel is op 9 december daaraanvolgend binnengekomen), heeft verweerder bevestigd dat partijen een akkoord hadden gesloten en het Gerecht meegedeeld dat dit akkoord eveneens betrekking had op de kosten.

4        Derhalve moet krachtens artikel 69, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering de doorhaling van zaak F‑87/09, Dekker/Europol, in het register van het Gerecht worden gelast.

5        Op grond van artikel 69, lid 3, van het Reglement voor de procesvoering wordt, wanneer partijen een akkoord over de kosten hebben gesloten, volgens het akkoord beslist.




DE PRESIDENT VAN DE DERDE KAMER VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

beschikt:

1)      Zaak F‑87/09, Dekker/Europol, wordt doorgehaald in het register van het Gerecht.

2)      Partijen zullen de kosten dragen volgens het tussen hen gesloten akkoord.

Luxemburg, 11 januari 2011.

De griffier

 

       De president

W. Hakenberg

 

       P. Mahoney

De teksten van deze beslissing en van de daarin aangehaalde beslissingen van de rechterlijke instanties van de Europese Unie zijn beschikbaar op de website www.curia.europa.eu


* Procestaal: Nederlands.