Language of document : ECLI:EU:F:2009:70

ARREST VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

(Tweede kamer)

18 juni 2009

Zaak F‑43/08

David Spee

tegen

Europese Politiedienst (Europol)

„Openbare dienst – Personeel van Europol – Vacature – Selectieprocedure”

Betreft: Beroep, ingesteld krachtens artikel 40, lid 3, van de Overeenkomst op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-Overeenkomst) en artikel 93, lid 1, van het Statuut voor de personeelsleden van Europol, en strekkende tot nietigverklaring van het besluit van de directeur van Europol van 7 januari 2008 tot afwijzing van verzoekers klacht alsmede van de eerdere besluiten van 20 juni 2007 en 6 juli 2007 betreffende de heropening van een selectieprocedure voor een op 25 juli 2006 vacant verklaard ambt van hoofdadministrateur.

Beslissing: Het beroep wordt verworpen. Verzoeker wordt verwezen in alle kosten.

Samenvatting

Ambtenaren – Personeelsleden van Europol – Aanwerving – Door selectiecomité gekozen kandidaat die niet voldoet aan de voorwaarden van de kennisgeving van vacature

Ofschoon de directeur van de Europese Politiedienst (Europol) op grond van het beginsel van de onafhankelijkheid van de jury van een vergelijkend onderzoek niet over de bevoegdheid beschikt om een besluit van een jury nietig te verklaren of te wijzigen, moet hij elke kandidaat afwijzen die niet aan de vereisten van de kennisgeving van vacature voldoet, aangezien de administratie gebonden is aan alle voorwaarden die zij zichzelf in de kennisgeving van vacature heeft gesteld. De directeur kan dus niet gebonden zijn aan besluiten van die jury waarvan de onwettigheid zijn eigen besluiten kan aantasten. Na ervan kennis te hebben genomen dat een gekozen kandidaat niet voldeed aan de voorwaarden van een kennisgeving van vacature, kan de directeur dus beslissen om een nieuwe selectieprocedure te openen.

(cf. punten 45, 46 en 48)

Referentie:

Hof: 23 oktober 1986, Schwiering/Rekenkamer, 142/85, Jurispr. blz. 3177, punten 19‑21; 23 oktober 1986, Hoyer en Neumann/Rekenkamer, 322/85 en 323/85, Jurispr. blz. 3215, punten 12‑14; 18 maart 1993, Parlement/Frederiksen, C‑35/92 P, Jurispr. blz. I‑991, punten 15 en 16

Gerecht van eerste aanleg: 21 mei 1996, Kaps/Hof van Justitie, T‑153/95, JurAmbt. blz. I‑A‑233 en II‑663, punt 78; 16 december 1999, Cendrowicz/Commissie, T‑143/98, JurAmbt. blz. I‑A‑273 en II‑1341, punt 39; 4 juli 2006, Tzirani/Commissie, T‑45/04, JurAmbt. blz. I‑A‑2‑145 en II‑A‑2‑681, punt 46