Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 18 december 2018 door Terna SpA tegen het arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 18 oktober 2018 in zaak T-387/16, Terna / Commissie

(Zaak C-812/18 P)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Rekwirante: Terna SpA (vertegenwoordigers: F. Covone, A. Police, L. Di Via, D. Carria en F. Degni, avvocati)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

Het arrest van het Gerecht van de Europese Unie (Vijfde kamer) van 18 oktober 2018 in zaak T-387/16 vernietigen en/of herzien en derhalve, primair, het besluit van de Europese Commissie van 23 mei 2016 met als referentie ENER/SRD.3/JCM/clD (2016)2952913, dat de vorige maatregel Move.srd.3.dir(2015)2669621 van 6 juli 2015 louter bevestigt, alsmede de maatregel van de Europese Commissie van 14 juni 2016 met als referentie SRD.3/JCM/cl/D(2016)4477388, waarbij zij debetnota nr. 3241608548 heeft toegezonden waarin werd gelast dat uiterlijk op 28 juli 2016 494 871,39 EUR werd betaald, nietig verklaren, en dientengevolge het besluit van de Europese Commissie van 6 juli 2015 met als referentie Move.srd.3.dir(2015)2669621 nietig verklaren, voor zover daarbij de door Terna gemaakte kosten voor de projecten 2009-E255/09-ENER/09/TEN-E-S 12.564583 en 2007-E221/07/2007-TREN/07TEN-E-S 07.91403 worden uitgesloten en daarbij de verplichting is vastgesteld tot terugbetaling van de ten aanzien van die projecten toegekende bedragen, die in de tabel in bijlage bij de bestreden maatregel zijn vermeld;

Subsidiair, het besluit van de Europese Commissie van 23 mei 2016 met als referentie ENER/SRD.3/JCM/clD (2016)2952913 tezamen met het besluit van de Europese Commissie van 6 juli 2015 met als referentie Move.srd.3.dir(2015)2669621 nietig verklaren, voor zover bij de terugbetaling van de door Terna gemaakte kosten voor de projecten 2009-E255/09-ENER/09-TEN-E-S 12.564583 en 2007-E221/07/2007-TREN/07TEN-E-S 07.91403 niet alleen de door CESI S.p.A. gerealiseerde winst in mindering werd gebracht, en dienovereenkomstig beslissen over de verwijzing in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Eerste middel: het bestreden arrest is onjuist voor zover daarin is uitgesloten dat er sprake is van een fout bij de inschatting van de band tussen de taken en de tussen Terna en CESI gesloten raamovereenkomsten – Onjuiste toepassing van de artikelen 14 en 37 van richtlijn 2004/17/EG1 over diensten in onderaanneming – Gebrekkig onderzoek en ontoereikende motivering van de bestreden maatregel – Onjuiste toepassing van artikel III. 7, leden 1, 4 en 6, van bijlage III bij besluit D/207630 uit 2008 en artikel III.3.7, leden 1, 4 en 6, van bijlage III bij besluit D/7181 uit 2010 ingevolge de onrechtmatige vermindering van het ten aanzien van die projecten terugbetaalde bedrag wegens vermeende onjuiste formele toepassing door Terna van de aanbestedingsprocedure – Gebrekkig onderzoek en ontoereikende motivering.

Tweede middel: het bestreden arrest is onjuist voor zover het Gerecht niet heeft erkend dat er voorwaarden van technische aard bestaan op basis waarvan contracten aan een bepaalde onderneming kunnen worden gegund zonder voorafgaande publicatie van een aankondiging van een opdracht – Onjuiste toepassing van artikel 40, lid 3, onder c), van richtlijn 2004/17/EG.

Derde middel: het bestreden arrest is onjuist voor zover daarin is ontkend dat sprake is van schending van het beginsel van gewettigd vertrouwen – Onjuiste toepassing van richtlijn 2004/17/EG en schending van het beginsel van het bij Terna gewekte gewettigd vertrouwen op grond dat is ontkend dat de terugbetalingsverzoeken betreffende de in de raamovereenkomst vervatte contracten ontvankelijk zijn ondanks de publicatie van de gunningsaankondiging in het Publicatieblad van de Europese Unie, en geen rekening is gehouden met het feit dat sommige bedragen irrelevant waren voor eventuele toepassing van de Europese procedures.

Vierde middel: het bestreden arrest is onjuist wegens schending van het redelijkheids- en het evenredigheidsbeginsel wegens de beslissing de terugbetalingsverzoeken in hun geheel af te wijzen in plaats van ze evenredig te verminderen.

____________

1     Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB 2004, L 134, blz. 1).