Language of document : ECLI:EU:F:2010:20

BESCHIKKING VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN (Tweede kamer)

25 maart 2010

Zaak F‑47/08

Willy Buschak

tegen

Europese stichting tot verbetering van de levens‑ en arbeidsomstandigheden

„Openbare dienst — Europese stichting tot verbetering van de levens‑ en arbeidsomstandigheden — Omschrijving van functie van adjunct-directeur — Beroep tot nietigverklaring — Beroep tot schadevergoeding — Procesbelang — Kennelijke niet-ontvankelijkheid”

Betreft: Beroep, ingesteld krachtens artikel 236 EG en artikel 152 EA, waarmee Buschak, enerzijds, nietigverklaring vordert van het besluit tot wijziging van de functieomschrijving van plaatsvervangend directeur van de Europese stichting tot verbetering van de levens‑ en arbeidsomstandigheden (Eurofound), alsmede, voor zover nodig, nietigverklaring van het besluit tot afwijzing van zijn klacht, en, anderzijds, veroordeling van Eurofound tot betaling aan hem van een schadevergoeding van 50 000 EUR.

Beslissing:      Het beroep wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Buschak wordt verwezen in alle kosten.

Samenvatting

1.      Ambtenaren — Beroep — Procesbelang

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91)

2.      Ambtenaren — Beroep — Beroep tot schadevergoeding dat samenhangt met beroep tot nietigverklaring

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91)

3.      Ambtenaren — Beroep — Beroep tot schadevergoeding ingesteld zonder voorafgaande precontentieuze procedure volgens Statuut — Niet-ontvankelijkheid

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91)

1.      Een ambtenaar, of oud-ambtenaar, kan alleen een rechtsgeldig beroep krachtens de artikelen 90 en 91 van het Statuut instellen wanneer hij een persoonlijk belang heeft bij de nietigverklaring van het bestreden besluit. Dat belang dient bovendien niet abstract te worden beoordeeld, maar met het oog op de situatie van de verzoeker op het moment van instelling van het beroep.

Aangezien de omschrijving van de functie van een ambtenaar het belang van die functionaris slechts ongunstig beïnvloedt gedurende de periode waarin hij zijn werkzaamheden in die functie uitoefent, is het beroep tot nietigverklaring van een besluit tot wijziging van die functie niet-ontvankelijk, tenzij de verzoeker aantoont dat er sprake is van een bijzondere omstandigheid die een persoonlijk en actueel belang bij het instellen van een dergelijk beroep rechtvaardigt.

(cf. punten 25 en 27)

Referentie:

Gerecht van eerste aanleg: 30 november 1998, N/Commissie, T‑97/94, JurAmbt. blz. I‑A‑621 en II‑1879, punten 23 en 26; 21 februari 2006, V/Commissie, T‑200/03 en T‑313/03, JurAmbt. blz. I‑A‑2‑15 en II‑A‑2‑57, punt 181

Gerecht voor ambtenarenzaken: 15 mei 2006, Schmit/Commissie, F‑3/05, JurAmbt. blz. I‑A‑1‑9 en II‑A‑1‑33, punten 41 en 42; 19 oktober 2006, Combescot/Commissie, F‑114/05, JurAmbt. blz. I‑A‑1‑115 en II‑A‑1‑435, punten 44 en 46; 25 september 2008, Strack/Commissie, F‑44/05, JurAmbt. blz. I-A-1-303 en II-A-1-1609, punt 74

2.      Bij beroepen van ambtenaren dienen vorderingen tot schadevergoeding te worden afgewezen voor zover zij nauw samenhangen met gelijktijdig ingestelde beroepen tot nietigverklaring die op hun beurt niet-ontvankelijk of ongegrond zijn verklaard.

(cf. punt 33)

Referentie:

Gerecht van eerste aanleg: 16 juli 1992, Della Pietra/Commissie, T‑1/91, Jurispr. blz. II‑2145, punt 34; 10 juni 2004, Liakoura/Raad, T‑330/03, JurAmbt. blz. I‑A‑191 en II‑859, punt 69; 16 mei 2006, Magone/Commissie, T‑73/05, JurAmbt. blz. I‑A‑2‑107 en II‑A‑2‑485, punt 103

Gerecht voor ambtenarenzaken: 13 juli 2006, E/Commissie, F‑5/06, JurAmbt. blz. I‑A‑1‑93 en II‑A‑1‑337, punt 57; 12 maart 2009, Arpaillange e.a./Commissie, F‑104/06, JurAmbt. blz. I-A-1-57 en II-A-1-273, punt 137

3.      Wanneer de gestelde schade niet het gevolg is van een besluit waarvan de nietigverklaring wordt gevorderd, maar van verschillende fouten en nalatigheden die de administratie zou hebben begaan, moet de precontentieuze procedure noodzakelijkerwijs beginnen met een verzoek aan het tot aanstelling bevoegd gezag om die schade te vergoeden.

(cf. punt 39)

Referentie:

Gerecht van eerste aanleg: 15 juli 1993, Camara Alloisio e.a./Commissie, T‑17/90, T‑28/91 en T‑17/92, Jurispr. blz. II‑841, punt 47; 11 mei 2005, de Stefano/Commissie, T‑25/03, JurAmbt. blz. I‑A‑125 en II‑573, punt 78

Gerecht voor ambtenarenzaken: Schmit/Commissie, reeds aangehaald, punt 48