Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Szombathelyi Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság (Hongarije) op 11 december 2018 – WO/Vas Megyei Kormányhivatal

(Zaak C-777/18)

Procestaal: Hongaars

Verwijzende rechter

Szombathelyi Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: WO

Verwerende partij: Vas Megyei Kormányhivatal

Prejudiciële vragen

Vormt een nationale regeling als in het hoofdgeding aan de orde, die in het kader van de vergoeding van de kosten van grensoverschrijdende gezondheidszorg uitsluit dat achteraf toestemming wordt verleend voor in een andere lidstaat zonder voorafgaande toestemming ontvangen gezondheidszorg, zelfs wanneer het reële risico bestaat dat als de voorafgaande toestemming wordt afgewacht de gezondheid van de patiënt onomkeerbare schade oploopt, een met artikel 56 VWEU strijdige beperking?

Is een nationaal systeem van toestemmingverlening dat in het kader van de vergoeding van de kosten van grensoverschrijdende gezondheidszorg uitsluit dat achteraf toestemming wordt verleend, zelfs wanneer het reële risico bestaat dat als de voorafgaande toestemming wordt afgewacht de gezondheid van de patiënt onomkeerbare schade oploopt, verenigbaar met de beginselen van noodzakelijkheid en evenredigheid die zijn neergelegd in artikel 8, lid 1, van richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg1 , en met het beginsel van het vrije verkeer van patiënten?

Is een nationale regeling die ongeacht de gezondheidsstatus van de patiënt aan het bevoegde orgaan een beslistermijn van 31 dagen voorschrijft om de voorafgaande toestemming te verlenen en een termijn van 23 dagen om deze te weigeren, verenigbaar met de in artikel 9, lid 3, van richtlijn 2011/24 vervatte eis van een redelijke behandelingstermijn waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke gezondheidstoestand, de urgentie en individuele omstandigheden van de patiënt? Bij de beoordeling van het verzoek kan het bevoegde orgaan onderzoeken of de betrokken zorg binnen het socialezekerheidsstelsel voor vergoeding in aanmerking komt en zo ja, of deze binnen een medisch verantwoorde termijn door een door de overheid gefinancierde zorgaanbieder kan worden verstrekt. Wanneer dat niet het geval is, onderzoekt het bevoegde orgaan de kwaliteit, de veiligheid en de kostenefficiëntie van de zorg die de door de patiënt aangewezen zorgaanbieder levert.

Dient artikel 20, lid 1, van verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels2 aldus te worden uitgelegd dat de kosten van grensoverschrijdende gezondheidszorg uitsluitend voor vergoeding in aanmerking komen wanneer de patiënt een verzoek om voorafgaande toestemming indient bij het bevoegde orgaan? Of is het zo dat artikel 20, lid 1, van verordening nr. 883/2004 de mogelijkheid van het achteraf indienen van een verzoek om toestemming in verband met de vergoeding van de kosten niet bij voorbaat uitsluit?

Dient artikel 20, lid 1, van verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels aldus te worden uitgelegd dat de werkingssfeer ervan zich uitstrekt tot een geval waarin de patiënt, op het moment dat hij zich naar een andere lidstaat begeeft, reeds een concrete afspraak heeft voor een medisch onderzoek en op de dag na de datum van het medisch onderzoek een voorwaardelijke afspraak voor een eventueel uit te voeren operatie of medische ingreep, en de betreffende operatie of medische ingreep, gelet op de gezondheidstoestand van de patiënt, daadwerkelijk wordt uitgevoerd? Laat artikel 20, lid 1, van verordening nr. 883/2004 in een dergelijk geval het achteraf indienen van een verzoek om toestemming in verband met de vergoeding van de kosten toe?

Valt een geval waarin de patiënt, op het moment dat hij zich naar een andere lidstaat begeeft, reeds een concrete afspraak heeft voor een medisch onderzoek en op de dag na de datum van het medisch onderzoek een voorwaardelijke afspraak voor een eventueel uit te voeren operatie of medische ingreep, en de betreffende operatie of medische ingreep, gelet op de gezondheidstoestand van de patiënt, daadwerkelijk wordt uitgevoerd, onder de werkingssfeer van de geplande geneeskundige verzorging als bedoeld in artikel 26 van verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels3 ? Kan in een dergelijk geval overeenkomstig artikel 26 van verordening nr. 987/2009 achteraf een verzoek om toestemming in verband met de vergoeding van de kosten worden ingediend? Eist de regeling ook in een geval van dringende levensreddende behandeling als bedoeld in artikel 26, lid 3, van verordening nr. 987/2009 voorafgaande toestemming volgens artikel 26, lid 1?

____________

1 PB 2011, L 88, blz. 45.

2 PB 2004, L 166, blz. 1.

3 PB 2009, L 284, blz. 1.