Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administratīvā apgabaltiesa (Letland) op 5 februari 2020 – VAS „Latvijas dzelzceļš” / Valsts dzelzceļa administrācija

(Zaak C-60/20)

Procestaal: Lets

Verwijzende rechter

Administratīvā apgabaltiesa

Partijen in het hoofdgeding

Appellante: VAS „Latvijas dzelzceļš”

Geappelleerde: Valsts dzelzceļa administrācija

Prejudiciële vragen

Kan artikel 13, leden 2 en 6, van richtlijn 2012/341 (artikel 15, leden 5 en 6, van verordening 2017/2177)2 aldus worden uitgelegd dat de toezichthoudende instantie aan de eigenaar van een infrastructuur die niet de exploitant van de dienstvoorziening is de verplichting kan opleggen om toegang tot de diensten te garanderen?

Moet artikel 13, lid 6, van richtlijn 2012/34 (artikel 15, leden 5 en 6, van verordening 2017/2177) aldus worden uitgelegd dat het de eigenaar van een gebouw toestaat om een huurbetrekking te beëindigen en een dienstvoorziening te onderwerpen aan een herbestemmingsproces?

Moet artikel 13, lid 6, van richtlijn 2012/34 (artikel 15, leden 5 en 6, van verordening 2017/2177) aldus worden uitgelegd dat het de toezichthoudende instantie enkel verplicht om na te gaan of de exploitant van de dienstvoorziening (in casu de eigenaar ervan) daadwerkelijk heeft besloten tot een herbestemming van die voorziening?

____________

1 Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (PB 2012, L 343, blz. 32).

2 Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2177 van de Commissie van 22 november 2017 betreffende de toegang tot dienstvoorzieningen en spoorgebonden diensten (PB 2017, L 307, blz. 1).