Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 23 november 2018 door PAO Rosneft Oil Company, voorheen NK Rosneft OAO, RN-Shelf-Arctic OOO, AO RN-Shelf-Far East, voorheen RN-Shelf-Dalniy Vostok ZAO, RN-Exploration OOO, Tagulskoe OOO tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 13 september 2018 in zaak T-715/14, Rosneft e.a. / Raad

(Zaak C-732/18 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirantes: PAO Rosneft Oil Company, voorheen NK Rosneft OAO, RN-Shelf-Arctic OOO, AO RN-Shelf-Far East, voorheen RN-Shelf-Dalniy Vostok ZAO, RN-Exploration OOO, Tagulskoe OOO (vertegenwoordiger: L. Van den Hende, advocaat)

Andere partijen in de procedure: Raad van de Europese Unie, Europese Commissie, Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Conclusies

het arrest vernietigen voor zover het de gronden betreft die in de onderhavige hogere voorziening aan de orde zijn;

de zaak zelf afdoen of de zaak voor afdoening verwijzen naar het Gerecht, en

de Raad verwijzen in de kosten, met inbegrip van de kosten van de procedure voor het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

De hogere voorziening betreft de bestreden niet-conventionele oliebeperkingen, de bestreden kapitaalmarktbeperkingen en de bestreden beperkingen inzake rechtsvorderingen die zijn opgenomen in verordening nr. 833/2014 van de Raad1 en/of besluit 2014/512/CFSP van de Raad2 .

Rekwirantes voeren zeven middelen aan:

Eerste middel: Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de Raad bij het opleggen van de bestreden niet-conventionele oliebeperkingen artikel 296 VWEU in acht heeft genomen.

Tweede middel: Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de Raad bij het opleggen van de bestreden kapitaalmarktbeperkingen artikel 296 VWEU in acht heeft genomen.

Derde middel: Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de bestreden niet-conventionele oliebeperkingen logisch verband houden met de doelstelling die zij kennelijk nastreven.

Vierde middel: Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de bestreden niet-conventionele oliebeperkingen de grondrechten van rekwirantes op eigendom en vrijheid van ondernemerschap niet schenden.

Vijfde middel: Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de bestreden beperkingen inzake rechtsvorderingen niet onevenredig zijn en ook niet anderszins inbreuk maken op het grondrecht van rekwirantes op eigendom.

Zesde middel: Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de bestreden kapitaalmarktbeperkingen in overeenstemming zijn met het evenredigheidsbeginsel en het grondrecht van rekwirantes op vrijheid van ondernemerschap niet schenden.

Zevende middel: Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de bestreden niet-conventionele oliebeperkingen en de bestreden kapitaalmarktbeperkingen worden gerechtvaardigd door de uitzonderingen inzake veiligheid van de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst EU-Rusland en de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van de WTO.

____________

1 Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB 2014, L 229, blz. 1).

2 Besluit 2014/512/GBVB van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB 2014, L 229, blz. 13).