Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato (Italië) op 14 juni 2019 – Latte Villafranca e.a./Agenzia per le Erogazioni in Agricoltura (AGEA), Regione Veneto

(Zaak C-464/19)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Consiglio di Stato

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Latte Villafranca SCRL, in liquidatie, Azienda Agricola Cordioli Cesarino e Noè società semplice, Cordioli Evaristo e Loredano società semplice, DZ, EA, FB

Verwerende partijen: Agenzia per le Erogazioni in Agricoltura (AGEA), Regione Veneto

Prejudiciële vragen

Moet, in een situatie als hier is beschreven en in het hoofdgeding aan de orde is, het Unierecht aldus worden uitgelegd dat de omstandigheid dat een wettelijke bepaling van een lidstaat in strijd is met artikel 2, lid 2, derde alinea, van verordening (EEG) nr. 3950/921 , tot gevolg heeft dat producenten niet verplicht zijn de extra heffing te betalen als zich de voorwaarden voordoen die bij deze verordening zijn vastgesteld?

Moet, in een situatie als hier is beschreven en in het hoofdgeding aan de orde is, het Unierecht en in het bijzonder het algemene beginsel van bescherming van het vertrouwen, aldus worden uitgelegd dat het vertrouwen van rechtssubjecten die hebben voldaan aan een door een lidstaat opgelegde verplichting en die profijt hebben gehad van de gevolgen die aan het nakomen van genoemde verplichting zijn verbonden, niet kan worden beschermd wanneer blijkt dat die verplichting in strijd is met het Unierecht?

Staan, in een situatie als hier is beschreven en in het hoofdgeding aan de orde is, artikel 9 van verordening (EG) nr. 1392/20012 en het Unierechtelijke begrip „prioritaire categorie” in de weg aan een bepaling van een lidstaat, zoals artikel 2, lid 3, van decreto legge nr. 157/2004 van de Italiaanse Republiek, waarin de restitutie van een teveel aan extra heffing betaald bedrag op verschillende manieren is geregeld, waarbij ter zake van de termijnen en de wijze van restitutie onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds producenten die zich plichtsgetrouw hebben gehouden aan een nationale bepaling die in strijd blijkt te zijn met het Unierecht, en anderzijds producenten die zich niet aan die bepaling hebben gehouden?

____________

1     Verordening (EEG) nr. 3950/92 van de Raad van 28 december 1992 tot instelling van een extra heffing in de sector melk en zuivelproducten (PB 1992, L 405, blz. 1).

2     Verordening (EG) nr. 1392/2001 van de Commissie van 9 juli 2001 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van verordening (EEG) nr. 3950/92 van de Raad tot instelling van een extra heffing in de sector melk en zuivelproducten (PB 2001, L 187, blz. 19).