Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 13 februari 2020 – ZM, in de hoedanigheid van curator van Oeltrans Befrachtungsgesellschaft mbH / E. A. Frerichs

(Zaak C-73/20)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: ZM, in de hoedanigheid van curator van Oeltrans Befrachtungsgesellschaft mbH

Verwerende partij: E. A. Frerichs

Prejudiciële vraag

Moeten artikel 13 van verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures1 en artikel 12, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I)2 , aldus worden uitgelegd dat het ingevolge laatstgenoemde verordening op een overeenkomst toepasselijke recht ook geldt voor de betaling die een derde verricht ter nakoming van een contractuele betalingsverplichting van een partij bij de overeenkomst?

____________

1 PB 2000, L 160, blz. 1.

2 PB 2008, L 177, blz. 6.