Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Wien (Oostenrijk) op 14 september 2020 – ZK

(Zaak C-432/20)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgericht Wien

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: ZK

Verwerende overheidsinstantie: Landeshauptmann von Wien

Prejudiciële vragen

Moet artikel 9, lid 1, onder c), van richtlijn 2003/109/EG1 aldus worden uitgelegd dat elk fysiek verblijf, hoe kort ook, van een langdurig ingezeten derdelander op het grondgebied van de Gemeenschap binnen een aaneengesloten periode van twaalf maanden, uitsluit dat de betrokkene de status van langdurig ingezeten derdelander krachtens deze bepaling verliest?

Indien het Hof de eerste prejudiciële vraag ontkennend beantwoordt: aan welke kwalitatieve en/of kwantitatieve vereisten moet een verblijf op het grondgebied van de Gemeenschap binnen een aaneengesloten periode van twaalf maanden voldoen om uit te sluiten dat de betrokkene de status van langdurig ingezeten derdelander verliest? Sluit een verblijf binnen een aaneengesloten periode van twaalf maanden op het grondgebied van de Gemeenschap het verlies van de status van langdurig ingezeten derdelander alleen uit wanneer de betrokken derdelander gedurende deze periode zijn gewone verblijfplaats of het centrum van zijn belangen op het grondgebied van de Gemeenschap had?

Zijn regelingen in de rechtsorde van de lidstaten die voorschrijven dat langdurig ingezeten derdelanders hun status verliezen wanneer zij binnen een aaneengesloten periode van twaalf maanden weliswaar op het grondgebied van de Gemeenschap hebben verbleven, maar aldaar noch hun gewone verblijfplaats, noch het centrum van hun belangen hadden, verenigbaar met artikel 9, lid 1, onder c), van richtlijn 2003/109/EG?

____________

1 Richtlijn 2003/109/EG van de Raad van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (PB 2004, L 16, blz. 44).