Language of document :

Mededeling in het PB

 

Advies 2/00 van het Hof

van 6 december 2001

("Protocol van Cartagena ( Sluiting ( Rechtsgrondslag ( Artikelen 133 EG, 174, lid 4, EG en 175, lid 1, EG ( Veranderde levende organismen ( Milieubescherming ( Gemeenschappelijke handelspolitiek")

Bij verzoek, ingediend op 27 oktober 20001, heeft de Commissie van de Europese Gemeenschappen het Hof om advies verzocht krachtens artikel 300, lid 6, EG over de volgende vragen:

1)Vormen artikel 133 en artikel 174, lid 4, in samenhang met de relevante bepalingen van artikel 300 van het EG-Verdrag de passende rechtsgrondslag voor het besluit tot sluiting door de Europese Gemeenschap van het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid?

2)Zo ja, hebben de bevoegdheden die de lidstaten op het gebied van de milieubescherming behouden en die hun deelneming aan het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid kunnen rechtvaardigen, dan een residueel karakter ten opzichte van de dominerende bevoegdheid van de Gemeenschap om met betrekking tot de in dit protocol behandelde materies internationale verbintenissen aan te gaan?

Het Hof, samengesteld als volgt: G. C. Rodríguez Iglesias, president, P. Jann, F. Macken, N. Colneric en S. von Bahr, kamerpresidenten, C. Gulmann, D. A. O. Edward, A. La Pergola, J.-P. Puissochet, L. Sevón, M. Wathelet (rapporteur), R. Schintgen en V. Skouris, rechters, gehoord S. Alber, eerste advocaat-generaal, F. G. Jacobs, P. Léger, D. Ruiz-Jarabo Colomer, J. Mischo, A. Tizzano, L. A. Geelhoed en C. Stix-Hackl, advocaten-generaal, heeft het volgende advies gegegen:

Voor de sluiting van het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid beschikken de Europese Gemeenschap en de lidstaten over een gedeelde bevoegdheid.

____________

1 - (PB C 355 van 9.12.2000.