Language of document : ECLI:EU:F:2007:65

BESCHIKKING VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

(Tweede kamer)

16 april 2007

Zaak F‑82/05

Michel Thierry

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Ambtenaren – Bevordering – Niet-plaatsing op lijst van bevorderde ambtenaren – Bevorderingsronde 2004 – Gratificatiepunten – Verdienste – Anciënniteit – Ontvankelijkheid”

Betreft: Beroep krachtens de artikelen 236 EG en 152 EA waarbij M. Thierry primair verzoekt om nietigverklaring van de lijst van ambtenaren die in het kader van de bevorderingsronde 2004 zijn bevorderd (bekendgemaakt in Mededelingen van de administratie nr. 130-2004 van 30 november 2004), voor zover zijn naam daarop niet voorkomt.

Beslissing: Het beroep wordt ten dele kennelijk niet-ontvankelijk en ten dele kennelijk ongegrond verklaard. Elke partij zal haar eigen kosten dragen.

Samenvatting

Ambtenaren – Beroep – Procesbelang

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91)

Een ambtenaar is niet bevoegd om in het belang van de wet of van de instellingen op de treden en kan tot staving van een beroep tot nietigverklaring slechts hem persoonlijk betreffende grieven aanvoeren. Een door een ambtenaar ingesteld beroep tot nietigverklaring van de lijst van ambtenaren die in het kader van een bevorderingsronde tot een hogere rang zijn bevorderd, voor zover zijn naam niet op die lijst voorkomt, is dan ook kennelijk niet-ontvankelijk, wanneer hij niet kenbaar heeft gemaakt waarom hij een persoonlijk belang heeft bij de instelling van het beroep, maar alleen de onrechtmatigheid van een aantal categorieën bevorderingspunten heeft aangevoerd, zonder in zijn stukken concrete gegevens te verstrekken over zijn persoonlijke situatie tijdens de betrokken bevorderingsronde, zoals, in het bijzonder, het aantal bevorderingspunten dat hij in die categorieën heeft gekregen. Aan die vaststelling wordt niet afgedaan door het feit dat het aantal van die bevorderingspunten uit een document in bijlage bij het verweerschrift blijkt, nu het aan de verzoeker staat, in zijn stukken aan te geven waarin zijn procesbelang bestaat en in voorkomend geval te verwijzen naar de desbetreffende in de bijlage vervatte gegevens.

(cf. punten 30 en 33)

Referentie:

Hof: 30 juni 1983, Schloh/Raad, 85/82, Jurispr. blz. 2105, punt 14

Gerecht van eerste aanleg: 22 november 2006, Sanchez Ferriz/Commissie, T‑436/04, JurAmbt. blz. I‑A‑2‑273 en II‑A‑2‑1423, punt 35; 23 november 2006, Lavagnoli/Commissie, T‑422/04, niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punt 31