Language of document :

Mededeling in het PB

 

    

    ARREST VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG

    van 30 september 2003

in de gevoegde zaken T-191/98 en T-212/98 tot en met T-214/98: Atlantic Container Line AB e.a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (1)

["Mededinging ( Lijnvaartconferences ( Verordening (EEG) nr. 4056/86 ( Groepsvrijstelling ( Individuele ontheffing ( Collectieve machtspositie ( Misbruik ( Dienstencontracten ( Toetreding tot conference ( Aantasting van mededingingsstructuur ( Intrekking van groepsvrijstelling ( Geldboeten ( Rechten van verdediging"]

    (Procestaal: Engels)

In de gevoegde zaken T-191/98 en T-212/98 tot en met T-214/98, Atlantic Container Line AB, gevestigd te Göteborg (Zweden), Cho Yang Shipping Co. Ltd, gevestigd te Seoul (Zuid-Korea), DSR-Senator Lines GmbH, gevestigd te Bremen (Duitsland), Hanjin Shipping Co. Ltd, gevestigd te Seoul (Zuid-Korea), Hapag Lloyd AG, gevestigd te Hamburg (Duitsland), Hyundai Merchant Marine Co. Ltd, gevestigd te Seoul (Zuid-Korea), A.P. Møller-Mærsk Line, gevestigd te Kopenhagen (Denemarken), Mediterranean Shipping Company SA, gevestigd te Genève (Zwitserland), Orient Overseas Container Line (UK) Ltd, gevestigd te Londen (Verenigd Koninkrijk), Polish Ocean Lines (POL), gevestigd te Gdynia (Polen), P & O Nedlloyd Ltd, gevestigd te Londen (Verenigd Koninkrijk), Sea-Land Service Inc., gevestigd te Jersey City, New Jersey (Verenigde Staten), Neptune Orient Lines Ltd, gevestigd te Singapore (Singapore), Nippon Yusen Kaisha, gevestigd te Tokyo (Japan), Transportación Marítima Mexicana SA de CV, gevestigd te Mexico, Tecomar SA de CV, gevestigd te Mexico (Mexico), vertegenwoordigd door J. Pheasant, N. Bromfield, M. Levitt, D. Waelbroeck, U. Zinsmeister, A. Bentley, C. Thomas, A. Nourry, M. Van Kerckhove, P. Ruttley en A. Merckx, advocaten, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: R. Lyal en J. Flynn), ondersteund door European Council of Transport Users ASBL, vertegenwoordigd door M. Clough, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, betreffende een verzoek tot nietigverklaring van beschikking 1999/243/EG van de Commissie van 16 september 1998 inzake een procedure betreffende de toepassing van de artikelen 85 en 86 van het EG-Verdrag (IV/35.134 ( Trans Atlantic Conference Agreement) (PB 1999 L 95, blz. 1), heeft het Gerecht van eerste aanleg (Derde kamer), samengesteld als volgt: K. Lenaerts, kamerpresident, J. Azizi en M. Jaeger, rechters; griffier: J. Plingers, administrateur, op 30 september 2003 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

1)Verklaart artikel 5 van beschikking 1999/243/EG van de Commissie van 16 september 1998 inzake een procedure betreffende de toepassing van de artikelen 85 en 86 van het EG-Verdrag (IV/35.134 ( Trans Atlantic Conference Agreement) nietig.

2)Verklaart artikel 6 van beschikking 1999/243 nietig voorzover het van toepassing is op de wederzijdse bekendmaking door verzoeksters van het bestaan en de inhoud van hun individuele dienstencontracten.

3)Verklaart artikel 7 van beschikking 1999/243 nietig voorzover nodig als gevolg van de nietigverklaring van de artikelen 5 en 6.

4) Verklaart artikel 8 van beschikking 1999/243 nietig.

5)Verwerpt het beroep voor het overige.

6)Verstaat dat verzoeksters en de Commissie elk hun eigen kosten zullen dragen.

7) Verstaat dat the European Council of Transport Users ASBL zijn eigen kosten zal dragen.

____________

1 - PB C 71 van 27.3.1999 en C 86 van 13.3.1999.