Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Högsta förvaltningsdomstol (Zweden) op 4 november 2019 – Danske Bank A/S / Skatteverket
(Zaak C-812/19)
Procestaal: Zweeds
Verwijzende rechter
Högsta förvaltningsdomstolen
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Danske Bank A/S, Danmark, Sverige Filial
Verwerende partij: Skatteverket
Prejudiciële vraag
Vormt een Zweeds filiaal van een bank waarvan het hoofdkantoor in een andere lidstaat is gevestigd, diensten verricht ten behoeve van het filiaal en de kosten daarvan toerekent aan het filiaal, een opzichzelfstaande belastingplichtige wanneer het hoofdkantoor deel uitmaakt van een btw-groep in die andere staat terwijl het Zweedse filiaal geen lid is van een Zweedse btw-groep1 ?
____________
1 Artikel 2, lid 1, artikel 9, lid 1, en artikel 11 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).