Language of document :

Beroep ingesteld op 6 juli 2007 - Gering / Europol

(Zaak F-68/07)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoekende partij: Radolf Gering ('s-Gravenhage, Nederland) (vertegenwoordiger: P. de Casparis, advocaat)

Verwerende partij: Europese Politiedienst (Europol)

Conclusies

nietigverklaring van het op 10 april 2007 overhandigde besluit op bezwaar van 5 april 2007 en, voor zover nodig, van de overeenkomst van 24 april 2007 voor zover deze de inschaling betreft;

veroordeling van Europol:

primair, tot betaling aan verzoeker met ingang van 1 augustus 2003 van een salaris overeenkomstig schaal 4.2 of, indien het Gerecht dit noodzakelijk acht, een salaris overeenkomstig schaal 4.1;

subsidiair, tot betaling aan verzoeker met ingang van 1 augustus 2004 van een salaris overeenkomstig schaal 4.6, met ingang van 1 augustus 2005 van een salaris overeenkomstig schaal 4.8 en met ingang van 1 augustus 2007 van een salaris overeenkomstig schaal 4.9;

verwijzing van Europol in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker betwist onder meer het besluit van Europol van 5 april 2007 en het aanhangsel van 24 april 2007 bij zijn aanwervingovereenkomst, voor zover hij daarbij met ingang van 1 december 2004, en niet met ingang van 1 augustus 2003, de datum van zijn aanwerving, is ingedeeld in schaal 4.2.

Verzoeker betoogt dat Europol bij de bezoldiging en de inschaling van zijn personeelsleden het beginsel van gelijke behandeling had moeten eerbiedigen. Volgens Europol is verzoeker immers met ingang van 1 december 2004, en niet met ingang van 1 augustus 2003 in een hogere schaal ingedeeld, omdat hij pas vanaf die datum werkzaamheden uitoefent van een vergelijkbaar kaliber en met vergelijkbare verantwoordelijkheden als die van in schaal 4 ingedeelde unithoofden. Verzoeker betwist dit en stelt dat Europol niet heeft uitgelegd in welk opzicht zijn taken en verantwoordelijkheden in het tijdvak van 1 augustus 2003 tot 1 december 2004 verschilden van die van andere unithoofden. Europol heeft onder meer geen feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit blijkt dat verzoekers werkzaamheden minder veelomvattend waren en/of minder verantwoordelijkheden meebrachten dan die van andere unithoofden.

____________