Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Baden-Württemberg (Duitsland) op 20 juli 2018 – GP / Bundesagentur für Arbeit, Familienkasse Baden-Württemberg West

(Zaak C-473/18)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Finanzgericht Baden-Württemberg

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: GP

Verwerende partij: Bundesagentur für Arbeit, Familienkasse Baden-Württemberg West

Prejudiciële vragen

Welke bepaling van besluit nr. H3 van 15 oktober 20091 moet in omstandigheden als die in het hoofdgeding worden toegepast bij de valutaomrekening van kindgerelateerde gezinsuitkeringen in de vorm van kinderbijslag of kindertoelagen?

Hoe moet de toe te passen bepaling concreet worden uitgelegd bij de vaststelling van het van de wisselkoers afhankelijke aanvullende bedrag aan kinderbijslag?

Indien punt 2 van besluit nr. H3 moet worden toegepast: welke dag is in de zin van deze bepaling de dag „waarop het orgaan de desbetreffende verrichting uitvoert”?

Indien punt 3, onder b), (in voorkomend geval juncto punt 4) van besluit nr. H3 moet worden toegepast: welke maand is in de zin van deze bepaling de maand „waarin de bepaling moet worden toegepast”?

Indien punt 5 van besluit nr. H3 moet worden toegepast: is de clausule ten gunste van de nationale wetgeving verenigbaar met de in artikel 90 van verordening nr. 987/20092 geregelde machtiging? Zo ja, houdt een „andersluidende regeling” in de nationale wetgeving in dat de aangelegenheid bij een wet in formele zin moet worden geregeld of volstaat een administratieve instructie van de nationale bestuurlijke instantie?

Moet bij de valutaomrekening van Zwitserse kindertoelagen door de Duitse Familienkasse (overheidsdienst voor gezinsuitkeringen) rekening worden gehouden met bijzondere kenmerken?

Moet bij de toepassing van besluit nr. H3 ten aanzien van Zwitserland ermee rekening worden gehouden dat de nationale Duitse wetgeving in § 65, lid 1, eerste volzin, punt 2, van het Einkommenssteuergesetz (wet op de inkomstenbelasting) als zodanig in een uitsluiting voor die uitkeringen voorziet?

Is het voor de valutaomrekening overeenkomstig besluit nr. H3 van belang wanneer het Zwitserse orgaan de gezinsuitkeringen heeft toegekend of uitgekeerd?

Is het voor de valutaomrekening overeenkomstig besluit nr. H3 van belang wanneer het Duitse orgaan het aanvullende bedrag aan kinderbijslag heeft geweigerd dan wel heeft toegekend?

____________

1 Besluit nr. H3 van 15 oktober 2009 betreffende de in aanmerking te nemen datum voor het bepalen van de omrekeningskoersen als bedoeld in artikel 90 van verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB 2010, C 106, blz. 56).

2 Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB 2009, L 284, blz. 1).