Language of document :

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 19 september 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de High Court - Ierland) – Tenuitvoerlegging van Europese aanhoudingsbevelen die zijn uitgevaardigd tegen RO

(Zaak C-327/18 PPU)1

(Prejudiciële verwijzing – Prejudiciële spoedprocedure – Politiële en justitiële samenwerking in strafzaken – Europees aanhoudingsbevel – Kaderbesluit 2002/584/JBZ – Gronden tot weigering van de tenuitvoerlegging – Artikel 50 VEU – Bevel dat wordt uitgevaardigd door de rechterlijke autoriteiten van een lidstaat die de procedure voor terugtrekking uit de Europese Unie heeft gestart – Onzekerheid over de regeling die na de terugtrekking van toepassing zal zijn op de betrekkingen tussen die lidstaat en de Unie)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

High Court (Ierland)

Partij in het hoofdgeding

RO

Dictum

Artikel 50 VEU dient aldus te worden uitgelegd dat het feit dat een lidstaat kennis heeft gegeven van zijn voornemen om zich overeenkomstig dit artikel uit de Unie terug te trekken, op zichzelf beschouwd niet tot gevolg heeft dat indien deze lidstaat een Europees aanhoudingsbevel uitvaardigt tegen een persoon, de uitvoerende lidstaat de tenuitvoerlegging van dit Europees aanhoudingsbevel moet weigeren of uitstellen in afwachting van preciseringen met betrekking tot de juridische regeling die in de uitvaardigende lidstaat van kracht zal zijn na zijn terugtrekking uit de Europese Unie. Bij gebreke van zwaarwegende en op feiten berustende gronden om aan te nemen dat de persoon tegen wie dat Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd, na de terugtrekking van de uitvaardigende lidstaat uit de Europese Unie gevaar loopt dat hem de rechten worden ontnomen die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, zoals gewijzigd bij kaderbesluit 2009/299/JBZ van de Raad van 26 februari 2009, kan de uitvoerende lidstaat de tenuitvoerlegging van datzelfde Europees aanhoudingsbevel niet weigeren zolang de uitvaardigende lidstaat deel uitmaakt van de Europese Unie.

____________

1 PB C 349 van 16.7.2018.