Language of document :

Beroep ingesteld op 30 oktober 2006 - Deffaa / Commissie

(Zaak F-125/06)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Walter Deffaa (Brussel, België) (vertegenwoordigers: S. Orlandi, A. Coolen, J.-N. Louis en É. Marchal, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietigverklaring van het besluit van de voorzitter van de Commissie van 12 januari 2006 voor zover verzoeker, die met ingang van 1 augustus 2004 is bevorderd tot directeur-generaal van het DG IAS, daarbij is ingedeeld in de rang A*15, salaristrap 4;

subsidiair, nietigverklaring van dit besluit voor zover verzoeker daarbij de in artikel 44, tweede alinea, van het Statuut voorziene overgang naar de volgende salaristrap wordt geweigerd;

verwijzing van de verwerende partij in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Als directeur bij het DG Begroting en ingedeeld in de rang A2 (thans A*15) heeft verzoeker gesolliciteerd naar het in kennisgeving van vacature COM/228/031 bedoelde ambt van directeur-generaal (rang A1) van het DG IAS. Nadat de keuze op hem was gevallen, werd hij bevorderd tot bovenvermelde functie en ingedeeld in de rang A*15, salaristrap 4.

Tot staving van zijn beroep stelt verzoeker allereerst dat het bestreden besluit zowel in strijd is met artikel 45 van het Statuut, volgens hetwelk de bevordering leidt tot aanstelling van de ambtenaar in de hogere rang van zijn functiegroep, alsook met de kennisgeving van vacature, die volgens de communautaire rechtspraak het wettigheidskader vormt waarbinnen de procedure moet verlopen.

Voorts beroept hij zich op miskenning van de rechtspraak dat het precieze niveau van het ambt waarin zal worden voorzien wordt vastgesteld in de kennisgeving van vacature en van artikel 31 van het Statuut.

Ten slotte stelt hij subsidiair dat de Commissie met de weigering om hem de in artikel 44, tweede alinea, van het Statuut bedoelde overgang naar de volgende salaristrap te verlenen, ten onrechte de strekking van deze bepaling heeft beperkt, en dit met name op basis van een verkeerde uitlegging van artikel 7, lid 4, van bijlage XIII bij het Statuut waarin een verhoging van het maandelijkse salaris is voorzien die volgens hem geen verband houdt met de overgang naar de volgende salaristrap.

____________

1 - PB C 301 A van 12.12.2003, blz. 1.