Language of document : ECLI:EU:C:2008:54

Zaak C‑275/06

Productores de Música de España (Promusicae)

tegen

Telefónica de España SAU

(verzoek van de Juzgado de lo Mercantil nº 5 de Madrid om een prejudiciële beslissing)

„Informatiemaatschappij – Verplichtingen van serviceproviders – Bewaring en bekendmaking van bepaalde verkeersgegevens – Verplichting tot bekendmaking – Grenzen – Bescherming van vertrouwelijkheid van elektronische communicaties – Verenigbaarheid met bescherming van auteursrecht en naburige rechten – Recht op doeltreffende bescherming van intellectuele eigendom”

Samenvatting van het arrest

Harmonisatie van wetgevingen – Harmonisatie van bepaalde aspecten van auteursrecht en naburige rechten in informatiemaatschappij – Richtlijn 2001/29 – Elektronische handel – Richtlijn 2000/31 – Verwerking van persoonsgegevens en bescherming van persoonlijke levenssfeer in sector elektronische communicatie – Richtlijn 2002/58 – Handhaving van intellectuele-eigendomsrechten – Richtlijn 2004/48 – Overeenkomst inzake handelsaspecten van intellectuele eigendom (TRIPs)

(TRIPs-overeenkomst, art. 41, 42 en 47; richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad 2000/31, 2001/29, 2002/58 en 2004/48)

De lidstaten zijn volgens richtlijn 2000/31 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt („richtlijn inzake elektronische handel”), richtlijn 2001/29 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, richtlijn 2004/48 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, en richtlijn 2002/58 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie), niet gehouden, de verplichting op te leggen om ter verzekering van de doeltreffende bescherming van het auteursrecht in het kader van een civiele procedure persoonsgegevens te verstrekken in het geval dat een vereniging zonder winstoogmerk waarbij producenten en uitgevers van muzikale en audiovisuele opnamen zijn aangesloten, een verzoek heeft ingediend om een internetprovider te gelasten, haar de identiteit en het adres van bepaalde abonnees te verstrekken zodat zij een civiele procedure tegen hen kan instellen wegens schending van de auteursrechten.

Zo ook vereisen de artikelen 41, 42 en 47 van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIPs-overeenkomst), tegen de achtergrond waarvan het gemeenschapsrecht dat een gebied regelt waarop deze overeenkomst van toepassing is, voor zover mogelijk dient te worden uitgelegd, weliswaar de doeltreffende bescherming van de intellectuele eigendom en de invoering van een beroep in rechte om deze eigendom te doen eerbiedigen, maar zij schrijven niet voor dat bovengenoemde richtlijnen aldus worden uitgelegd dat de lidstaten de verplichting moeten opleggen om persoonsgegevens in het kader van een civiele procedure mee te delen.

De lidstaten dienen er krachtens het gemeenschapsrecht bij de omzetting van deze richtlijnen in nationaal recht wel acht op te slaan dat zij zich baseren op een uitlegging daarvan die het mogelijk maakt een juist evenwicht tussen de verschillende door de communautaire rechtsorde beschermde grondrechten te verzekeren. Bij de tenuitvoerlegging van de maatregelen ter omzetting van deze richtlijnen in nationaal recht moeten de autoriteiten en de rechterlijke instanties van de lidstaten vervolgens niet alleen hun nationale recht conform deze richtlijnen uitleggen, maar er ook acht op slaan dat zij zich niet baseren op een uitlegging van deze richtlijnen die in conflict zou komen met deze grondrechten of de andere algemene beginselen van gemeenschapsrecht, zoals het evenredigheidsbeginsel.

(cf. punten 60, 70 en dictum)