Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Amtsgericht Hamburg (Duitsland) op 10 juni 2020 – CY / Eurowings GmbH

(Zaak C-252/20)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Amtsgericht Hamburg

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: CY

Verwerende partij: Eurowings GmbH

Prejudiciële vragen

Kan er ook recht op compensatie overeenkomstig artikel 7 van verordening (EG) nr. 261/20041 bestaan wanneer een passagier wegens een betrekkelijk geringe aankomstvertraging een rechtstreeks aansluitende vlucht mist en daardoor met een vertraging van drie uur of meer op zijn eindbestemming aankomt, terwijl beide vluchten door verschillende luchtvaartmaatschappijen werden uitgevoerd, waarbij de boeking niet heeft plaatsgevonden via de luchtvaartmaatschappij die het eerste deeltraject heeft uitgevoerd en tegen welke de vordering in het hoofdgeding is gericht?

Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord:

Is de „luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert” in de zin van artikel 5, lid 1, onder c), en artikel 7, lid 1, van verordening nr. 261/2004 de luchtvaartmaatschappij die de vertraagde vlucht op het eerste deeltraject feitelijk uitvoert dan wel de luchtvaartmaatschappij die de punctuele vlucht op het tweede deeltraject uitvoert, bij welke beide vluchten zijn geboekt?

Indien beide luchtvaartmaatschappijen als „luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert” in de zin van artikel 5, lid 1, onder c), en artikel 7, lid 1, van verordening 261/2004 moeten worden beschouwd:

Heeft de passagier dan het recht om te kiezen tegen welke luchtvaartmaatschappij hij zijn vordering richt?

____________

1     Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 (PB 2004, L 46, blz. 1).