Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Supremo (Spanje) op 28 november 2019 – L / Banco de Caja España de Inversiones, Salamanca y Soria, S.A.U.
(Zaak C-869/19)
Procestaal: Spaans
Verwijzende rechter
Tribunal Supremo
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekster tot cassatie/verzoekende partij in eerste aanleg: L
Verweerster in cassatie/verwerende partij in eerste aanleg: Banco de Caja España de Inversiones, Salamanca y Soria, S.A.U.
Prejudiciële vraag
Staat artikel 6, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG1 in de weg aan de toepassing van de procedurele beginselen van lijdelijkheid, samenhang en verbod op reformatio in peius, op grond waarvan de rechter die kennisneemt van het door de bank ingestelde hoger beroep tegen een vonnis dat de terugbetaling in de tijd beperkt van bedragen die door de consument onverschuldigd zijn voldaan op grond van een nietig verklaard „bodemrentebeding”, geen volledige terugbetaling van voornoemde bedragen kan gelasten en daardoor de verzoekende partij in een nadeliger situatie plaatst, omdat zij die beperking niet heeft aangevochten?
____________
1 Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB 1993, L 95, blz. 29).