Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato (Italië) op 5 februari 2019 – Burgo Group SpA / Gestore dei Servizi Energetici SpA - GSE

(Zaak C-92/19)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Consiglio di Stato

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Burgo Group SpA

Verwerende partij: Gestore dei Servizi Energetici SpA - GSE

Prejudiciële vragen

Staat richtlijn 2004/8/EG1 (in het bijzonder artikel 12 ervan) in de weg aan een uitlegging van de artikelen 3 en 6 van wetgevend besluit nr. 20/2007 volgens welke de voordelen bedoeld in wetgevend besluit nr. 79/1999 (in het bijzonder in artikel 11 ervan en in besluit nr. 42/02 van 19 maart 2002 van de elektriciteits- en gasautoriteit tot uitvoering van de vorige bepaling) ook na 31 december 2010 kunnen worden verleend voor andere dan hoogrenderende warmtekrachtkoppelingsinstallaties?

Staat artikel 107 VWEU in de weg aan een uitlegging van de artikelen 3 en 6 van wetgevend besluit nr. 20/2007 in de hierboven onder a) bedoelde zin, voor zover deze bepalingen, zoals aldus uitgelegd, „staatssteun” zouden kunnen uitmaken en dus onverenigbaar zijn met het beginsel van de vrije mededinging?

Is, als spiegelbeeld van hetgeen onder a) en b) is uiteengezet, en in het licht van wat appellante uitdrukkelijk heeft verklaard, een nationale regeling die de steunregelingen voor niet-hoogrenderende warmtekrachtkoppelingscentrales tot 31 december 2015 laat voortbestaan, in overeenstemming met de Unierechtelijke beginselen van gelijkheid en non-discriminatie? Dit zou immers de uitlegging van het nationale Italiaanse recht kunnen zijn ingevolge artikel 25, lid 11, onder c), punt 1, van wetgevend besluit nr. 28 van 3 maart 2011, waarbij de bepalingen van artikel 11 van wetgevend besluit nr. 79/1999 zijn ingetrokken met ingang van 1 januari 2016, of thans, met ingang van 19 juli 2014 (ingevolge artikel 10, lid 15, van wetgevend besluit nr. 102 van 4 juli 2014)?

____________

1     Richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt en tot wijziging van richtlijn 92/42/EEG (PB 2004, L 52, blz. 50).