Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 3 september 2019 door Vialto Consulting Kft. tegen het arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 26 juni 2019 in zaak T-617/17, Vialto Consulting Kft. / Europese Commissie

(Zaak C-650/19 P)

Procestaal: Grieks

Partijen

Rekwirante: Vialto Consulting Kft. (vertegenwoordiger: D. Sigalas, advocaat)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

het arrest van het Gerecht van 26 juni 2019 in zaak T-617/17 vernietigen,

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster drie middelen aan:

Het bestreden arrest bevat een onjuiste opvatting van de feiten en een onjuiste rechtsopvatting met betrekking tot de schending van artikel 7, lid 1, van verordening nr. 2185/961 . Het Gerecht heeft niet in aanmerking genomen dat het werkelijke voorwerp van het beroep tot schadevergoeding de vraag was of het OLAF artikel 7, lid 1, van verordening nr. 2185/96 had geschonden door rekwirante te vragen het OLAF toe te staan gegevens te verzamelen die geen enkel verband hielden met zijn onderzoek. Het Gerecht heeft ook geen rekening gehouden met het feit dat rekwirante het OLAF daadwerkelijk heeft toegestaan alle categorieën gegevens te onderzoeken waarom het had verzocht.

Het bestreden arrest geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is ontoereikend gemotiveerd wat de schending van het vertrouwensbeginsel betreft. Het Gerecht heeft niet aangegeven aan welke van de drie in de rechtspraak gestelde voorwaarden betreffende de bescherming van het gewettigd vertrouwen in de onderhavige zaak niet is voldaan.

Het bestreden arrest bevat een onjuiste opvatting van de feiten en een onjuiste rechtsopvatting met betrekking tot de schending van het recht om te worden gehoord. Het Gerecht heeft geen rekening gehouden met het feit dat de Commissie een voor de aanbestedende dienst bindend standpunt heeft ingenomen, dat kon leiden tot een voor rekwirante nadelige handeling, zonder dat zij was gehoord.

____________

1 Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB 1996, L 292, blz. 2).