Language of document :

Beroep ingesteld op 5 oktober 2018 – Europese Commissie / Republiek Slovenië

(Zaak C-628/18)

Procestaal: Sloveens

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: T. Scharf, G. von Rintelen, B. Rous Demiri)

Verwerende partij: Republiek Slovenië

Conclusies

vaststellen dat de Republiek Slovenië, door niet (alle) wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van richtlijn 2002/92/EG en richtlijn 2011/61/EU en aan richtlijn (EU) 2016/1034 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2016 tot wijziging van richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten, of door deze bepalingen niet aan de Commissie mee te delen, de verplichtingen die krachtens artikel 93 van richtlijn 2014/65/EU zoals gewijzigd bij artikel 1 van richtlijn (EU) 2016/1034 op haar rusten niet is nagekomen,

de Republiek Slovenië krachtens artikel 260, lid 3, VWEU de betaling van een dwangsom van 7 224 EUR per dag opleggen, te rekenen vanaf de uitspraak in de onderhavige zaak, omdat zij haar verplichting tot uitvoering van richtlijnen 2014/65/EU en 2016/1034/EU niet is nagekomen,

de Republiek Slovenië krachtens artikel 260, lid 3, VWEU de betaling van een forfaitair dagelijks bedrag van 1 978 EUR opleggen, vermenigvuldigd met het aantal dagen dat de inbreuk duurt tot een bedrag van ten minste 496 000 EUR,

de Republiek Slovenië verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Krachtens artikel 93 van richtlijn 2014/65/EU zoals gewijzigd bij artikel 1 van richtlijn 2016/1034 dienden de lidstaten uiterlijk op 3 juli 2017 de nodige bepalingen vast te stellen om aan deze richtlijn te voldoen en deze bekend te maken, en deze onverwijld aan de Commissie mee te delen.

Aangezien de Republiek Slovenië de Commissie na het verstrijken van voorgemelde termijn niet had meegedeeld welke maatregelen zij ter uitvoering van genoemde richtlijnen had getroffen, heeft laatstgenoemde besloten zich tot het Hof te wenden.

Met haar beroep geeft de Commissie het Hof in overweging, de Republiek Slovenië de betaling van een forfaitair dagelijks bedrag en een dwangsom op te leggen.

De omzettingstermijn van de richtlijn is verlopen op 3 juli 2017.

____________