Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Klagenævn for Udbud (Denemarken) op 17 januari 2020 – Simonsen & Weel A/S / Region Nordjylland en Region Syddanmark

(Zaak C-23/20)

Procestaal: Deens

Verwijzende rechter

Klagenævn for Udbud

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Simonsen & Weel A/S

Verwerende partij: Region Nordjylland en Region Syddanmark

Prejudiciële vragen

Moeten de beginselen van gelijke behandeling en transparantie1 in artikel 18, lid 1, van [richtlijn 2014/24], en het bepaalde in artikel 49 van [richtlijn 2014/24], in samenhang met de punten 7 en 10, onder a), van deel C van bijlage V bij richtlijn 2014/24, aldus worden uitgelegd dat de aankondiging van de opdracht in een geval als het onderhavige, informatie moet bevatten over de geraamde hoeveelheid en/of de geraamde waarde van de leveringen die in het kader van de raamovereenkomst waarop de aanbesteding betrekking heeft moeten worden verricht?

Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord, wordt het Hof tevens verzocht te verduidelijken of bovengenoemde bepalingen dan aldus moeten worden uitgelegd dat de informatie moet worden vermeld met betrekking tot de raamovereenkomst (a) in haar geheel en/of (b) met betrekking tot de oorspronkelijke aanbestedende dienst die zijn voornemen te kennen heeft gegeven om een overeenkomst te sluiten op basis van de uitnodiging tot inschrijving (in het onderhavige geval): Region Nordjylland) en/of (c) met betrekking tot de oorspronkelijke aanbestedende dienst die slechts heeft verklaard dat hij aan één optie deelneemt (in het onderhavige geval: Region Syddanmark)

Moeten de beginselen van gelijke behandeling en transparantie in artikel 18, lid 1, van [richtlijn 2014/24], en het bepaalde in de artikelen 33 en 49 van [richtlijn 20140/24], in samenhang met de punten 7 en 10, onder a), van deel C van bijlage V bij richtlijn 2014/24, aldus worden uitgelegd dat hetzij in de aankondiging van de opdracht, hetzij in het bestek een maximumhoeveelheid en/of een maximumwaarde moet worden vastgesteld voor de leveringen die in het kader van de raamovereenkomst waarop de aanbesteding betrekking heeft moeten worden verricht, zodat de betrokken raamovereenkomst bij het bereiken van die maximumhoeveelheid en/of -waarde geen effect meer sorteert?

Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord, wordt het Hof tevens verzocht te verduidelijken of bovengenoemde bepalingen aldus moeten worden uitgelegd dat het bovengenoemde maximum moet worden aangegeven met betrekking tot de raamovereenkomst (a) in haar geheel en/of (b) met betrekking tot de oorspronkelijke aanbestedende dienst die zijn voornemen te kennen heeft gegeven om een overeenkomst te sluiten op basis van de uitnodiging tot inschrijving (in het onderhavige geval): Region Nordjylland) en/of (c) met betrekking tot de oorspronkelijke aanbestedende dienst die slechts heeft verklaard dat hij aan één optie deelneemt (in het onderhavige geval: Region Syddanmark).

Indien de eerste en/of de tweede vraag bevestigend wordt beantwoord, wordt het Hof voorts verzocht om, voor zover dit relevant is voor de inhoud van die antwoorden, een antwoord op de volgende vraag:

Moet artikel 2 quinquies, lid 1, onder a), van [richtlijn 92/13], gelezen in samenhang met de artikelen 33 en 49 van [richtlijn 2014/24], gelezen in samenhang met punten 7 en 10, onder a), van deel C van bijlage V bij richtlijn 2014/24, aldus worden uitgelegd dat de voorwaarde dat „de aanbestedende instantie een opdracht heeft gegund zonder voorafgaande bekendmaking van een aankondiging in het Publicatieblad van de Europese Unie” betrekking heeft op een geval als het onderhavige, waarin de aanbestedende dienst een aankondiging van de opdracht inzake de voorgenomen raamovereenkomst in het Publicatieblad van de Europese Unie heeft bekendgemaakt, doch

a)    waarin de aankondiging van de opdracht niet voldoet aan het vereiste om de geraamde hoeveelheid en/of de geraamde waarde te vermelden van de leveringen die in het kader van de raamovereenkomst waarop de aanbesteding betrekking heeft moeten worden verricht, aangezien een raming daarvan in het bestek is opgenomen, en

b)    waarin de aanbestedende dienst niet heeft voldaan aan het vereiste om in de aankondiging van de opdracht of het bestek een maximumhoeveelheid en/of een maximumwaarde vast te stellen voor de leveringen die in het kader van de raamovereenkomst waarop de aankondiging betrekking heeft moeten worden verricht?

____________

1 Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van richtlijn 2004/18/EG (PB 2014, L 94, blz. 65).