Language of document :

Beroep ingesteld op 29 september 2014 – ZZ / Raad

(Zaak F-98/14)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: ZZ (vertegenwoordiger: M. Velardo, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Voorwerp en beschrijving van het geding

Gedeeltelijke nietigverklaring van twee Mededelingen aan het personeel van de Raad, voor zover daarbij de vergoeding van reiskosten van de plaats van tewerkstelling naar de plaats van herkomst en de termijn wegens afstand worden gekoppeld aan de ontheemdings- en de buitenlandtoelage alsmede veroordeling van de verwerende partij tot betaling van een vergoeding voor de geleden materiële en immateriële schade

Conclusies van de verzoekende partij

nietigverklaring, uit hoofde van artikel 270 VWEU, van het besluit in Mededeling aan het personeel 13/14 (besluit 2/2014) van 9 januari 2014, waarbij de regeling voor de termijn wegens afstand is gewijzigd als gevolg van de toepasselijkheid, vanaf 1 januari 2014, van artikel 7 van bijlage V bij het Statuut, alsmede van het besluit in Mededeling aan het personeel 9/14 (besluit 12/2014), waarbij de regeling voor de reiskosten is gewijzigd als gevolg van de toepasselijkheid, vanaf 1 januari 2014, van artikel 8 van bijlage VII bij het Statuut, zoals gewijzigd bij verordening (EU, Euratom) nr. 1023/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, bekendgemaakt in Publicatieblad L 287 van 29 oktober 2013. Het verzoek om nietigverklaring is beperkt tot het deel van die Mededelingen aan het personeel dat het recht op reiskosten en op de termijn wegens afstand koppelt aan de ontheemdings- of de buitenlandtoelage alsmede tot artikel 6 van Mededeling aan het personeel 9/14, waarbij nieuwe criteria zijn ingevoerd voor de bepaling van de plaats van herkomst;

veroordeling van de verwerende partij tot betaling aan de verzoekende partij van een bedrag van 165 596,42 EUR voor de materiële schade en een bedrag van 40 000 EUR voor de immateriële schade;

veroordeling van de verwerende partij tot betaling van 6,75 % vertragings- en compenserende rente over de geleden materiële en immateriële schade;

verwijzing van de Raad in de kosten van de procedure.