Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Giudice di Pace di Lanciano (Italië) op 28 mei 2020 – XX/OO

(Zaak C-220/20)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Giudice di Pace di Lanciano

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: XX

Verwerende partij: OO

Interveniënte: WW

Prejudiciële vraag

Staan de artikelen 2, 4, lid 3, artikel 6, lid 1, en artikel 9 van het Unieverdrag, artikel 67, leden 1 en 4, en de artikelen 81 en 82 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, gelezen in samenhang met de artikelen 1, 6, 20, 21, 31, 34, 45 en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie in de weg aan nationale bepalingen als de artikelen 42, 83 en 87 van decreto legge 17 marzo 2020 n. 18, het besluit van 31 januari 2020 van de ministerraad (waarbij de nationale noodtoestand voor de volksgezondheid is uitgeroepen voor een periode van zes maanden tot en met 31 juli 2020) en de artikelen 14 en 263 van decreto legge 19 maggio 2020 n. 34 (waarbij de nationale noodtoestand vanwege Covid-19 en de verlamming van de civiele en strafrechtspraak en de administratieve werkzaamheden van de Italiaanse rechterlijke instanties is verlengd tot 31 januari 2021), gelezen in onderlinge samenhang, nu deze nationale bepalingen inbreuk maken op de onafhankelijkheid van de verwijzende rechter, op het beginsel dat eenieder recht heeft op een eerlijk proces en op de daarmee verbonden rechten van de waardigheid van de mens, vrijheid en veiligheid, gelijkheid voor de wet, niet-discriminatie, billijke en rechtvaardige arbeidsomstandigheden en -voorwaarden, toegang tot socialezekerheidsuitkeringen, en vrij verkeer en verblijf?

____________