Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Rechtbank Amsterdam (Nederland) op 3 september 2020 – Europees aanhoudingsbevel uitgevaardigd tegen P; Andere partij bij de procedure: Openbaar Ministerie

(Zaak C-412/20)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Rechtbank Amsterdam

Partijen in het hoofdgeding

Europees aanhoudingsbevel uitgevaardigd tegen: P

Andere partij bij de procedure: Openbaar Ministerie

Prejudiciële vraag

Verzetten Kaderbesluit 2002/584/JBZ1 , artikel 19, eerste lid, tweede alinea, Verdrag betreffende de Europese Unie en/of artikel 47, tweede alinea, Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zich inderdaad ertegen dat de uitvoerende rechterlijke autoriteit een EAB ten uitvoer legt dat is uitgevaardigd door een gerecht, terwijl dat gerecht niet voldoet en ten tijde van de uitvaardiging van het EAB al niet meer voldeed aan de eisen van een effectieve rechterlijke bescherming/daadwerkelijke rechtsbescherming omdat de wetgeving in de uitvaardigende lidstaat de onafhankelijkheid van dat gerecht niet waarborgt en ten tijde van de uitvaardiging van het EAB al niet meer waarborgde?

____________

1     Kaderbesluit van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten – Verklaringen van sommige lidstaten bij de aanneming van het kaderbesluit (PB 2002, L 190, blz. 1).