Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunale amministrativo regionale per il Lazio (Italië) op 14 augustus 2019 – Granarolo SpA/Ministero dell’Ambiente e della Tutela del Territorio e del Mare e.a.

(Zaak C-617/19)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Tribunale amministrativo regionale per il Lazio

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Granarolo SpA

Verwerende partijen: Ministero dell’Ambiente e della Tutela del Territorio e del Mare, Ministero dello Sviluppo Economico, Comitato nazionale per la gestione della Direttiva 2003/87/CE e per il supporto nella gestione delle attività di progetto del protocollo di Kyoto

Prejudiciële vragen

Moet artikel 3, onder e), van richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003, tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van richtlijn 96/61/EG van de Raad1 , zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 20092 , aldus worden uitgelegd dat het begrip „installatie” ook een geval omvat als in de onderhavige zaak aan de orde is, waarin een warmtekrachtinstallatie die verzoekster op haar bedrijfsterrein heeft gebouwd om de energievoorziening aan haar fabriek te garanderen vervolgens door de verkoop van een bedrijfsonderdeel is overgedragen aan een andere, in energie gespecialiseerde vennootschap op grond van een overeenkomst waarin is bedongen, enerzijds, dat de warmtekrachtinstallatie en de voor het gebruik van de installatie en voor de uitoefening van de activiteit vereiste certificaten, documenten, verklaringen van overeenstemming, licenties, concessies, autorisaties en vergunningen aan de cessionaris worden overgedragen, en hem opstalrecht op het bedrijfsterrein wordt verleend dat passend is voor en functioneel is aan het beheer en het onderhoud van de installatie, en hem erfdienstbaarheden worden toegekend ten behoeve van de centrale die als warmtekrachtinstallatie wordt gebruikt, met de omliggende exclusieve zone, en, anderzijds, dat de cessionaris 12 jaar lang door deze installatie geproduceerde energie aan de cedent zal leveren tegen de in de overeenkomst vastgestelde prijzen?

Kan er inzonderheid sprake zijn van activiteiten die „technisch in verband staan” als bedoeld in dit artikel 3, onder e), van richtlijn 2003/87/EG indien er tussen een warmtekrachtinstallatie en een fabriek een zodanige verbinding bestaat, dat deze fabriek, die een andere eigenaar heeft – ondanks dat zij voor de levering van energie een geprivilegieerde betrekking met de warmtekrachtinstallatie heeft (aansluiting via elektriciteitsdistributienet, speciale leveringsovereenkomst met het energiebedrijf waaraan de installatie is overgedragen, verbintenis van laatstgenoemde een minimale hoeveelheid energie aan de fabriek te leveren, met dien verstande dat anders het verschil tussen de marktprijzen voor energie en de in de overeenkomst vastgestelde prijzen wordt vergoed, korting op de verkoopprijzen van de energie die met ingang van tien jaar en zes maanden na de inwerkingtreding van de overeenkomst van toepassing zijn, de toekenning aan de cedent van een optie om de warmtekrachtinstallatie op elk gewenst tijdstip terug te kopen, en het vereiste van toestemming van de cedent voor werkzaamheden aan de warmtekrachtinstallatie) – haar activiteiten ook kan voortzetten indien de energievoorziening wordt onderbroken of de warmtekrachtinstallatie niet of niet goed werkt?

Tot slot, indien een installatie voor energieproductie door de bouwer daarvan, die op hetzelfde bedrijfsterrein een fabriek heeft, met het oog op een grotere efficiëntie feitelijk wordt overgedragen aan een andere, in energie gespecialiseerde vennootschap, kunnen dan de mogelijkheid dat de emissies van deze installatie naar aanleiding van de overdracht niet in aanmerking worden genomen voor de ETS-vergunning van de eigenaar van de fabriek en het eventuele gevolg dat deze emissies buiten het ETS-systeem vallen omdat de installatie voor energieproductie, op zichzelf, de drempel voor de kwalificatie als kleine emittent niet overschrijdt, worden aangemerkt als een schending van de regel van aggregatie van bronnen als bedoeld in bijlage I bij richtlijn 2003/87/EG of vormen zij louter een legitiem gevolg van de organisatorische keuzen van de exploitanten, dat niet door het ETS-systeem wordt verboden?

____________

1 PB 2003, L 275, blz. 32.

2 Richtlijn 2009/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van richtlijn 2003/87/EG teneinde de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten van de Gemeenschap te verbeteren en uit te breiden (PB 2009, L 140, blz. 63).