Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Högsta förvaltningsdomstol (Zweden) op 17 december 2018 – Skatteverket / Sögård Fastigheter AB

(Zaak C-787/18)

Procestaal: Zweeds

Verwijzende rechter

Högsta förvaltningsdomstolen

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Skatteverket

Verwerende partij: Sögård Fastigheter AB

Prejudiciële vragen

Staat het feit dat de verkoper van een onroerend goed overeenkomstig regels die door de betrokken lidstaat zijn ingevoerd op de grondslag van artikel 188, lid 2, van de btw-richtlijn1 , een door hem toegepaste aftrek van voorbelasting niet heeft herzien, omdat de koper voornemens is het onroerend goed uitsluitend te gebruiken voor handelingen die recht geven op aftrek, eraan in de weg dat aan de koper in een geval waarin de herzieningsperiode nog loopt, de verplichting wordt opgelegd om naderhand de aftrek te herzien wanneer hij op zijn beurt het onroerend goed overdraagt aan iemand die niet voornemens is het voor dergelijke handelingen te gebruiken?

Luidt het antwoord op de voorgaande vraag anders indien de in die vraag als eerste genoemde overdracht een in artikel 19 van de btw-richtlijn bedoelde overgang van een algemeenheid van goederen vormt?

____________

1 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).