Language of document :

Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 11 juli 2007 - Schneider Electric / Commissie

(Zaak T-351/03)1

("Niet-contractuele aansprakelijkheid van Gemeenschap - Schade door onderneming geleden als gevolg van voldoende gekwalificeerde schending van gemeenschapsrecht die procedure van controle van verenigbaarheid van concentratie met gemeenschappelijke markt aantast")

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Schneider Electric SA (Rueil-Malmaison, Frankrijk) (vertegenwoordigers: A. Winckler en M. Pittie, avocats)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: aanvankelijk P. Oliver, É. Gippini Fournier en C. Ingen-Housz, vervolgens P. Oliver, O. Beynet en R. Lyal, tenslotte P. Oliver, R. Lyal en F. Arbault, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verzoekende partij: Franse Republiek (vertegenwoordiger: G. de Bergues, gemachtigde)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: W.-D. Plessing en M. Lumma, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek tot vergoeding van de schade die verzoekster stelt te hebben geleden als gevolg van onregelmatigheden die de procedure voor de controle van de verenigbaarheid van de concentratie tussen Schneider Electric SA en Legrand SA met de gemeenschappelijke markt aantasten.

Dictum

De Europese Gemeenschap wordt veroordeeld tot vergoeding van, enerzijds, de kosten die Schneider Electric SA heeft moeten maken om deel te nemen aan de hervatting van de concentratiecontroleprocedure na de uitspraak van de arresten van het Gerecht van 22 oktober 2002, Schneider Electric/Commissie (T-310/01 en T-77/02) en, anderzijds, twee derde van de schade die Schneider heeft geleden als gevolg van het feit dat Schneider Electric aan de koper een verlaging van het bedrag van de overnameprijs voor Legrand SA heeft moeten toekennen in ruil voor een uitstel van de datum van effectieve overdracht van Legrand tot 10 december 2002.

Het beroep wordt voor het overige verworpen.

Partijen stellen het Gerecht binnen drie maanden, te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het onderhavige arrest, in kennis van het bedrag betreffende het eerste onderdeel van de schade, zoals dat in onderling overleg is vastgesteld op de wijze uiteengezet in punt 320 van het onderhavige arrest.

Bij gebreke van overeenstemming leggen partijen het Gerecht binnen dezelfde termijn hun getalmatig onderbouwde conclusies over.

Er zal een deskundigenonderzoek plaatsvinden ter raming van het bedrag betreffende het tweede onderdeel van de schade die door Schneider Electric is geleden, genoemd in punt 1 hiervoor.

Schneider Electric en de Commissie wordt verzocht, zich uit te laten over de keuze van de deskundige of het Gerecht een lijst van deskundigen over te leggen teneinde een van hen als deskundige te laten aanwijzen door het Gerecht.

Met het oog op het deskundigenonderzoek zal de griffie van het Gerecht de deskundige eensluidende afschriften van bijlagen 8 en 29 bij het verzoekschrift verstrekken.

De deskundige zal worden gevraagd zijn verslag aan te bieden binnen een nog vast te stellen termijn.

Het verslag zal door de griffie van het Gerecht aan partijen worden betekend.

De schadevergoeding zal worden herbepaald en vermeerderd met moratoire interesten overeenkomstig de criteria gedefinieerd in punten 345 en 346 van het onderhavige arrest.

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.

____________

1 - PB C 7 van 10.1.2004.