Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 19 juni 2019 – Linak/EUIPO
(Zaak C‑821/18 P)
„Hogere voorziening – Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Verordening (EG) nr. 6/2002 – Artikel 6 – Gemeenschapsmodel – Nietigheidsgronden – Geen eigen karakter – Weergave van een elektrisch gestuurde hefkolom”
Hogere voorziening – Middelen – Onjuiste beoordeling van de feiten – Niet-ontvankelijkheid – Toetsing door het Hof van de beoordeling van de feiten en bewijzen door het Gerecht – Uitgesloten, behoudens het geval van een onjuiste opvatting
(Art. 256, lid 1, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea)
(zie punt 5)
Dictum
1) | | De hogere voorziening wordt ten dele kennelijk niet-ontvankelijk en ten dele kennelijk ongegrond verklaard. |
2) | | Linak A/S draagt haar eigen kosten. |