Language of document :

Beroep ingesteld op 30 januari 2006 - Canteiro Lopes tegen Commissie

(Zaak F-9/06)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoeker: Rui Canteiro Lopes (Lissabon, Portugal) (vertegenwoordigers: S. Orlandi, A. Coolen, J.-N. Louis en E. Marchal, advocaten)

Verweerster: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van verzoeker

nietigverklaring van het besluit van het tot aanstelling bevoegd gezag (TABG) van 13 oktober 2005 om verzoekers naam niet te plaatsen op de lijst van meest verdienstelijk geachte ambtenaren en om hem bij de bevorderingsronde 2000 niet tot de rang A4 te bevorderen;

verwijzing van verweerster in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Op 21 december 2000 heeft verzoeker een klacht ingediend tegen het besluit om hem bij de bevorderingsronde 2000 niet tot de rang A4 te bevorderen. Op 2 juli 2001 heeft verweerster de klacht toegewezen en verzoeker meegedeeld dat stappen waren ondernomen om zijn beoordeling te voltooien, hetgeen echter niet is gebeurd. Daarop heeft verzoeker verzocht om informatie over het aan dit besluit van 2 juli 2001 gegeven gevolg. Nadat verweerster had erkend dat de beoordelingen 1995-1997 en 1997-1999 tot dan nog niet waren voltooid, heeft zij verzoeker voorgesteld om hem voor de periode 1997-1999 dezelfde beoordeling te geven als voor de periode 1999-2001.

Hoewel verzoeker dit voorstel van de hand heeft gewezen, heeft verweerster zijn beoordeling voor de periode 1997-1999 toch afgesloten, en besloten zijn naam niet te plaatsen op de lijst van meest verdienstelijk geachte ambtenaren en hem bij de bevorderingsronde 2000 niet tot de rang A4 te bevorderen.

Ter onderbouwing van zijn beroep stelt verzoeker om te beginnen dat dit besluit gebrekkig is, aangezien het is genomen zonder dat er voor de betrokken perioden naar behoren voltooide beoordelingen voorhanden zijn. Verweerster heeft namelijk een dienstfout begaan door niet tijdig verzoekers beoordelingsrapporten voor de periode tussen 1 juli 1995 en 30 juni 1999 op te stellen.

Verzoeker stelt eveneens dat verweerster op onjuiste wijze een vergelijkend onderzoek naar zijn verdiensten heeft verricht, aangezien zij subsidiaire criteria heeft gebruikt, zoals de leeftijd en de dienstanciënniteit, die enkel toepassing kunnen vinden in geval van gelijke verdiensten van de bevorderbare ambtenaren, welke voorwaarde in casu niet is vervuld. Het bestreden besluit is bijgevolg in strijd met artikel 45 van het Statuut en het beginsel van gelijke behandeling.

____________