Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel (België) op 1 augustus 2016 – Liga van Moskeeën en Islamitische Organisaties Provincie Antwerpen e.a. tegen Vlaams Gewest

(Zaak C-426/16)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Rechtbank van eerste aanleg te Brussel

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekers: Liga van Moskeeën en Islamitische Organisaties Provincie Antwerpen, VZW, Unie van Moskeeën en Islamitische Verenigingen van Limburg, VZW, Unie van Moskeeën en Islamitische Verenigingen Oost-Vlaanderen, VZW, Unie der Moskeeën en Islamitische Verenigingen van West-Vlaanderen, VZW, Unie der Moskeeën en Islamitische Verenigingen van Vlaams-Brabant, VZW, Association Internationale Diyanet de Belgique, IVZW, Islamitische Federatie van België, VZW, Rassemblement des Musulmans de Belgique, VZW, Erkan Konak, Chaibi El Hassan

Verweerder: Vlaams Gewest

Andere partij: Global Action in the Interest of Animals, VZW

Prejudiciële vraag

Is artikel 4, lid 4, samen gelezen met artikel 2, k, van verordening (EG) nr. 1099/20091 van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden ongeldig wegens een schending van artikel 9 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, artikel 10 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie en/of artikel 13 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, doordat zij bepalen dat dieren volgens speciale methoden die vereist zijn voor religieuze riten slechts zonder bedwelming mogen geslacht worden in een slachthuis dat onder de toepassing valt van verordening (EG) nr. 853/20042 , terwijl in het Vlaams Gewest onvoldoende capaciteit aanwezig is in dergelijke slachthuizen om te voldoen aan de vraag die jaarlijks ter gelegenheid van het islamitische Offerfeest ontstaat naar onbedwelmd ritueel geslachte dieren, en de lasten om tijdelijke, met het oog op het islamitische Offerfeest, door de overheid erkende en gecontroleerde slachtinrichtingen om te vormen naar slachthuizen die onder de toepassing vallen van verordening (EG) nr. 853/2004, niet pertinent lijken om de nagestreefde doelstellingen van dierenwelzijn en volksgezondheid te bereiken en hiermee niet evenredig lijken te zijn ?

____________

1     Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden (PB 2009 L 303, blz. 1).

2     Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB 2004 L 139, blz. 55).