Language of document :

Arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Derde kamer) van 2 maart 2016 – Frieberger en Vallin / Commissie

(Zaak F-3/15)1

(Openbare dienst – Ambtenaren – Pensioenen – Hervorming van het Statuut – Verordening nr. 1023/2013 – Artikel 22 van bijlage XIII bij het Statuut – Verhoging van de pensioenleeftijd – Terugbetaling van de bijdragen aan de pensioenregeling van de Unie – Artikel 26 van bijlage XIII bij het Statuut – Herwaardering van de extra pensioenrechten)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Jürgen Frieberger (Sint-Lambrechts-Woluwe, België) en Benjamin Vallin (Sint-Gillis, België) (vertegenwoordigers: J.-N. Louis en N. de Montigny, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk J. Currall en G. Gattinara, gemachtigden, vervolgens G. Gattinara, gemachtigde)

Interveniënt aan de zijde van de verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bauer en M. Veiga, gemachtigden)

Interveniënt aan de zijde van de verwerende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: M. Ecker en E. Taneva, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek om nietigverklaring van de besluiten van de Commissie tot afwijzing van verzoekers’ verzoeken om terugbetaling van een deel van de bijdragen aan de pensioenregeling van de Europese Unie die op hun salaris zijn ingehouden alsmede verzoek om herwaardering van de extra pensioenjaren in verband met de overdracht van de vóór hun indiensttreding verworven pensioenrechten aan de regeling van de Europese Unie

Dictum

Het besluit van de Europese Commissie van 26 maart 2014 tot afwijzing van het verzoek van Frieberger van 17 december 2013, voor zover het strekte tot de verkrijging van een nieuwe berekening van zijn pensioenrechten die aan de pensioenregeling van de Europese Unie zijn overgedragen, wordt nietig verklaard.

Er behoeft geen uitspraak te worden over het beroep voor zover het door Vallin is ingesteld tegen het besluit van de Europese Commissie van 13 maart 2014, voor zover zij hierbij zou hebben afgewezen een verzoek strekkende tot verkrijging van een nieuwe berekening van de pensioenrechten die aan de pensioenregeling van de Europese Unie zijn overgedragen.

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

Elke partij draagt haar eigen kosten.

____________

1     PB C 96 van 23.3.2015, blz. 25.