Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Giudice di pace di Massa (Italië) op 19 juni 2020 – GN, WX/Prefettura di Massa Carrara – Ufficio Territoriale del Governo di Massa Carrara

(Zaak C-274/20)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Giudice di pace di Massa

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: GN, WX

Verwerende partij: Prefettura di Massa Carrara – Ufficio Territoriale del Governo di Massa Carrara

Prejudiciële vragen

Moet het begrip „discriminatie op grond van nationaliteit” in artikel 18 VWEU aldus worden uitgelegd dat het de lidstaten verboden is regelgeving vast te stellen die voor onderdanen van andere lidstaten, ook indirect, verkapt en/of inhoudelijk, problemen kan opleveren?

2.    Indien vraag 1) bevestigend wordt beantwoord, kan artikel 93, lid 1-bis van de codice della strada houdende het verbod voor eenieder die meer dan zestig dagen vaste woonplaats heeft in Italië om met buitenlandse kentekens (ongeacht op wiens naam zij zijn gesteld) aan het verkeer deel te nemen problemen opleveren voor onderdanen van andere lidstaten (bezitters van voertuigen met een buitenlands kenteken) en als gevolg daarvan worden geacht te discrimineren op grond van nationaliteit?

3.    Moeten de begrippen:

a.    „het recht vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven” (artikel 21 VWEU);

b.    „interne markt” die „een ruimte [omvat] zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd volgens de bepalingen van de Verdragen” (artikel 26 VWEU);

c.    „[h]et verkeer van werknemers binnen de Unie is vrij” (artikel 45 VWEU);

d.    „beperkingen van de vrijheid van vestiging voor onderdanen van een lidstaat op het grondgebied van een andere lidstaat [zijn] verboden” (de artikelen 49 tot en met 55 VWEU);

e.    „de beperkingen op het vrij verrichten van diensten binnen de Unie [zijn] verboden ten aanzien van de onderdanen der lidstaten die in een andere lidstaat zijn gevestigd dan die, waarin degene is gevestigd te wiens behoeve de dienst wordt verricht” (de artikelen 56 tot en met 62 VWEU),

aldus worden uitgelegd dat nationale bepalingen die voor onderdanen van de Unie de uitoefening van het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten, het recht van vrij verkeer van werknemers binnen de Unie, de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverrichting, ook slechts indirect, verkapt en/of inhoudelijk, kunnen beperken of bemoeilijken of anderszins kunnen beïnvloeden, eveneens verboden zijn?

4.    Indien vraag 3 bevestigend wordt beantwoord, kan artikel 93, lid 1-bis, van de codice della strada houdende het verbod voor eenieder die meer dan zestig dagen vaste woonplaats heeft in Italië om met buitenlandse kentekens (ongeacht op wiens naam zij zijn gesteld) aan het verkeer deel te nemen, de uitoefening van recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten, het recht van vrij verkeer van werknemers binnen de Unie, de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverrichting beperken, bemoeilijken of anderszins beïnvloeden?

____________