Language of document : ECLI:EU:F:2013:139

ARREST VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
VAN DE EUROPESE UNIE

(Eerste kamer)

1 oktober 2013

Zaak F‑82/11

Nicolaos Loukakis e.a.

tegen

Europees Parlement

„Openbare dienst – Personeelscomité van het Parlement – Verkiezingen – Onregelmatigheden bij verloop van verkiezingen”

Betreft:      Beroep, door Loukakis en 18 andere verzoekers tegen het Europees Parlement ingesteld krachtens artikel 270 VWEU, van toepassing op het EGA-Verdrag op grond van artikel 106 bis ervan, en betreffende het verzuim van het Europees Parlement om de onregelmatigheden te veroordelen die zouden hebben plaatsgevonden bij de verkiezing van de leden van het personeelscomité in november 2010.

Beslissing:      Het stilzwijgend besluit van het Europees Parlement van 20 mei 2011 om niet de onregelmatigheden te veroordelen bij de verkiezingen van het personeelscomité van november 2010 wordt nietig verklaard. Het beroep wordt verworpen voor het overige. Het Europees Parlement draagt zijn eigen kosten en wordt verwezen in verzoekers’ kosten. De vakorganisaties Solidarité pour les agents et fonctionnaires européens, Syndicat général du personnel des organismes européens, Fédération de la fonction publique européenne enerzijds en de vakorganisatie Pluralist anderzijds dragen hun eigen kosten.

Samenvatting

1.      Ambtenaren – Vertegenwoordiging – Personeelscomité – Verkiezingen – Europees Parlement – Ontbreken van vereiste quorum na eerste ronde – Verplichting om tweede verkiezingsronde te organiseren – Bevoegdheid om eerste verkiezingsronde te verlengen – Voorwaarde – Bestaan van legitieme reden

(Ambtenarenstatuut, bijlage II, art. 1, vijfde alinea; regeling betreffende de vertegenwoordiging van het personeel van het Europees Parlement, art. 6, leden 6‑8)

2.      Ambtenaren – Vertegenwoordiging – Personeelscomité – Verkiezingen – Europees Parlement – Verplichting van college van stemopnemers om stembureaus in te richten – Omvang

(Ambtenarenstatuut, bijlage II, art. 1; regeling betreffende de vertegenwoordiging van het personeel van het Europees Parlement, art. 11, lid 1)

3.      Ambtenaren – Vertegenwoordiging – Personeelscomité – Verkiezingen – Europees Parlement – Verplichting van college van stemopnemers om kiezers alle informatie over de datum en plaats van de telling mee te delen – Omvang

(Ambtenarenstatuut, bijlage II, art. 1; regeling betreffende de vertegenwoordiging van het personeel van het Europees Parlement, art. 15)

4.      Ambtenaren – Vertegenwoordiging – Personeelscomité – Verkiezingen – Europees Parlement – Verplichting van college van stemopnemers om details over stemuitslag bekend te maken – Omvang

(Ambtenarenstatuut, bijlage II, art. 1; regeling betreffende de vertegenwoordiging van het personeel van het Europees Parlement, art. 18, leden 1, 2 en 4)

1.      Artikel 1, vijfde alinea, van bijlage II bij het Statuut en artikel 6, leden 6 tot en met 8, van de regeling betreffende de vertegenwoordiging van het personeel van het Europees Parlement stellen de organisatie van een tweede of zelfs een derde stemronde verplicht, wanneer na afloop van de eerste respectievelijk de tweede stemronde niet het vereiste quorum is bereikt dat op twee derde respectievelijk de meerderheid van de kiezers is vastgesteld.

Hoewel deze bepalingen niet aldus kunnen worden uitgelegd dat zij de algemene vergadering de bevoegdheid ontnemen om de eerste stemronde te verlengen vóór het verstrijken van de termijnen die aanvankelijk voor de organisatie ervan zijn voorzien, is die bevoegdheid echter afhankelijk van het bestaan van een geldige reden. Een reden die niet onvoorzienbaar is, zoals het verloop van de eerste stemronde gedurende een verlofperiode, kan in dat opzicht niet als geldige reden worden aangemerkt.

(cf. punten 60, 61, 63 en 64)

2.      De omstandigheid dat Straatsburg de minst bezochte plaats is van de belangrijkste werkplekken van het Europees Parlement geeft het college van stemopnemers niet het recht om niet de in artikel 11, lid 1, van de regeling betreffende de vertegenwoordiging van het personeel van het Europees Parlement uitdrukkelijk opgenomen verplichting na te komen om in de drie belangrijkste werkplekken van die instelling stembureaus in te richten.

(cf. punt 72)

3.      Uit artikel 15 van de regeling betreffende de vertegenwoordiging van het personeel van het Europees Parlement, dat het mogelijk beoogt te maken dat de kiezers de regelmatigheid van het tellen van de stemmen controleren, volgt impliciet doch noodzakelijkerwijs dat het college van stemopnemers de kiezers vroeg genoeg alle informatie over de datum en de plaats van het tellen van de stemmen moet geven.

(cf. punt 83)

4.      Uit de gezamenlijke lezing van artikel 18, leden 1, 2 en 4, van de regeling betreffende de vertegenwoordiging van het personeel van het Europees Parlement volgt dat de in lid 2 voorziene bekendmaking van de lijst van gekozenen van het personeelscomité noodzakelijkerwijs vergezeld moet gaan van de verspreiding door het college van stemopnemers van alle in lid 1 genoemde informatie over, met name, het aantal per lijst en per kandidaat uitgebrachte stemmen, het percentage dat elke lijst heeft ontvangen en het aantal stemmen bij volmacht. Aangezien de vaststelling van de lijst van gekozenen noodzakelijkerwijs volgt uit het aantal per lijst en per kandidaat uitgebrachte stemmen, uit het percentage dat elke lijst heeft ontvangen en uit het aantal stemmen bij volmacht, kunnen de kiezers niet beoordelen of het zin heeft om binnen de termijn van tien werkdagen na de bekendmaking van de lijst van gekozenen op basis van artikel 18, lid 4, van die regeling een klacht in te dienen, indien zij bovengenoemde informatie niet hebben ontvangen.

(cf. punt 90)