Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Högsta domstol (Zweden) op 27 februari 2020 – Republiek Polen/PL Holdings Sàrl
(Zaak C-109/20)
Procestaal: Zweeds
Verwijzende rechter
Högsta domstol
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Republiek Polen
Verwerende partij: PL Holdings Sàrl
Prejudiciële vraag
Houden de artikelen 267 en 344 VWEU, zoals deze zijn uitgelegd in het arrest Achmea1 , in dat wanneer er in een investeringsovereenkomst een arbitragebeding is opgenomen dat nietig is omdat de overeenkomst is gesloten tussen twee lidstaten, een arbitrageovereenkomst die is gesloten tussen een lidstaat en een investeerder nietig is, [hoewel] de lidstaat, nadat de investeerder de aanvraag voor de arbitrageprocedure heeft ingediend, uit vrije wil geen bezwaren heeft ingediend tegen de bevoegdheid?
____________
1 Arrest van het Hof van 6 maart 2018 (C-284/16, Achmea, EU:C:2018:158).