Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 1 maart 2019 door Ryanair DAC, voorheen Ryanair Ltd, Airport Marketing Services Ltd tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer – uitgebreid) van 13 december 2018 in zaak T-165/15, Ryanair en Airport Marketing Services/Commissie

(Zaak C-203/19 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirantes: Ryanair DAC, voorheen Ryanair Ltd, Airport Marketing Services Ltd (vertegenwoordigers: E. Vahida, advocaat, I.-G. Metaxas-Maranghidis, Δικηγόρος, G. Berrisch, Rechtsanwalt, B. Byrne, Solicitor)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

vernietiging van het arrest van het Gerecht van 13 december 2018 in zaak T-165/15; en

nietigverklaring van artikel 1, leden 1 en 2, en (voor zover zij betrekking hebben op artikel 1, leden 1 en 2) de artikelen 3, 4 en 5 van besluit (EU) 2015/12271 van de Commissie van 23 juli 2014 betreffende de steunmaatregel SA.22614 (C 53/07), of, subsidiair, terugverwijzing van de zaak naar het Gerecht, en in elk geval

verwijzing van de Commissie in de kosten van rekwirantes in hogere voorziening en in de procedure voor het Gerecht in zaak T-165/15.

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwirantes voeren aan dat het bestreden arrest moet worden vernietigd op de volgende gronden.

Ten eerste heeft het Gerecht een onjuiste toepassing gemaakt van artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en van de rechten van verdediging van rekwirantes in de procedure bij de Commissie. Het Gerecht heeft ten onrechte een onderscheid gemaakt tussen de specifieke rechten van artikel 41, lid 2, van het Handvest en het algemene recht op behoorlijk bestuur van artikel 41, lid 1, van het Handvest. Het Gerecht heeft ten onrechte geoordeeld dat de in artikel 41, lid 2, van het Handvest neergelegde rechten niet toepasselijk zijn op staatssteunonderzoeken. Het Gerecht heeft tevens ten onrechte geoordeeld dat er een tegenstrijdigheid bestaat tussen artikel 41, leden 1 en 2, van het Handvest en de artikelen 107 en 108 VWEU en het heeft ten onrechte geoordeeld dat rekwirantes enkel konden worden beschouwd als een bron van informatie tijdens het onderzoek.

Ten tweede heeft het Gerecht artikel 107, lid 1, VWEU geschonden door een onjuiste uitlegging van het begrip „voordeel”. Het Gerecht heeft ten onrechte beslist dat er voor de toepassing van het criterium van de markdeelnemer in een markteconomie geen hiërarchie van methodologieën bestaat tussen de vergelijkende analyse en andere methodes. Het Gerecht heeft ten onrechte geoordeeld dat de Commissie mocht afwijken van de vergelijkende analyse en dat zij het door rekwirantes overgelegde vergelijkende bewijsmateriaal terzijde mocht schuiven. Het Gerecht heeft tevens ten onrechte geoordeeld dat de Commissie bij toepassing van het criterium van de incrementele winstgevendheid niet hoeft na te gaan of de verwachte incrementele kosten en de verwachte incrementele niet-luchtvaartgebonden inkomsten weergeven hoe een marktdeelnemer in een markteconomie de luchthaven zou hebben geëxploiteerd.

____________

1 Besluit (EU) 2015/1227 van de Commissie van 23 juli 2014 betreffende de steunmaatregel SA.22614 (C 53/07), ten uitvoer gelegd door Frankrijk ten gunste van de chambre de commerce et d’industrie de Pau-Béarn, Ryanair, Airport Marketing Services en Transavia (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 5085) (PB 2015, L 201, blz. 109).