Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 24 september 2018 door Dr. K. Chrysostomides & Co. LLC e.a. tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer - uitgebreid) van 13 juli 2018 in zaak T-680/13: Dr. K. Chrysostomides & Co. LLC e.a./ Europese Raad e.a.

(Zaak C-603/18 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwiranten: Dr. K. Chrysostomides & Co. LLC e.a. (vertegenwoordiger: P. Tridimas, Barrister)

Andere partijen in de procedure: Europese Raad; Europese Commissie; Europese Centrale Bank; Eurogroep, vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie; Europese Unie, vertegenwoordigd door de Europese Commissie

Conclusies

vernietiging van de beslissing van het Gerecht;

toewijzing van de door rekwiranten in de procedure voor het Gerecht geformuleerde vorderingen;

verwijzing van de verwerende partijen in de kosten van de hogere voorziening en de procedure voor het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwiranten stellen dat het Gerecht blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door:

vast te stellen dat de Eurogroep niet van Cyprus heeft geëist om de maatregelen te nemen die hun verlies hebben doen lijden of dat die maatregelen niet vereist waren door een aan de EU toe te rekenen handeling;.

te oordelen dat het perscommuniqué van de ECB van 21 maart 2013 de rekwiranten geen schade heeft toegebracht;

op basis van bepaalde andere handelingen te verklaren dat de verwerende partijen niet van Cyprus hebben geëist om die schadelijke maatregelen verder ten uitvoer te leggen of om de schadelijke maatregelen vast te stellen die bij de wijzigingen van de schadelijke decreten zijn ingevoerd op 30 juli 2013;

te oordelen dat niet alle schadelijke maatregelen door besluit 2013/236 van de Raad1 waren vereist;

geen gekwalificeerde schending vast te stellen van het eigendomsrecht, zoals dat wordt beschermd door artikel 17, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de EU en artikel 1 van protocol nr. 1 bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden; van het beginsel van bescherming van gewettigd vertrouwen en van het non-discriminatiebeginsel.

Rekwiranten voeren aan dat de schadelijke maatregelen niet voldoen aan het vereiste dat beperkingen van het eigendomsrecht bij wet moeten zijn voorzien of aan het evenredigheidsvereiste. Volgens de rekwiranten hebben de gedragingen van de verwerende partijen een gewettigd vertrouwen gewekt dat er geen bail-inmaatregelen zouden worden genomen die aanleiding zouden geven tot „haircuts” van hun activa. Zij menen dat de depositiehouders en/of aandeelhouders van de bank van Cyprus en Laiki zijn gediscrimineerd, met name ten opzichte van depositiehouders respectievelijk aandeelhouders van banken in andere lidstaten van de eurozone die financiële bijstand hebben gekregen, vergelijkbaar met diegene die aan Cyprus was toegekend.

____________

1 Besluit 2013/236/EU van de Raad van 25 april 2013 gericht tot Cyprus inzake specifieke maatregelen om de financiële stabiliteit en de duurzame groei te herstellen (PB 2013, L 141, blz. 32).