Language of document : ECLI:EU:F:2007:177

BESCHIKKING VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

(Tweede kamer)

17 oktober 2007

Zaak F‑115/06

Carlos Sanchez Ferriz e.a.

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Openbare dienst – Ambtenaren – Bevordering – Niet-plaatsing op de lijst van bevorderde ambtenaren – Bevorderingsronde 2005 – Gratificatiepunten – Verdienste – Anciënniteit – Exceptie van onwettigheid – Ontvankelijkheid”

Betreft: Beroep, ingesteld krachtens de artikelen 236 EG en 152 EA, waarbij Sanchez Ferriz en negen andere ambtenaren van de Commissie verzoeken om, primair, nietigverklaring van de lijst van ambtenaren die in het kader van de bevorderingsronde 2005 zijn bevorderd, voor zover hun naam niet op die lijst voorkomt, en, subsidiair, nietigverklaring van de op hen betrekking hebbende besluiten tot toekenning van gratificatiepunten in het kader van die ronde.

Beslissing: Het beroep wordt ten dele niet-ontvankelijk en ten dele ongegrond verklaard. Elke partij zal haar eigen kosten dragen.

Samenvatting

1.      Ambtenaren – Beroep – Bezwarend besluit – Voorstel van bevorderingscomité voor toekenning van gratificatiepunten – Daarvan uitgesloten

(Ambtenarenstatuut, art. 25, tweede alinea, 45, 90 en 91)

2.      Ambtenaren – Bevordering – Klacht van niet-bevorderde kandidaat – Afwijzend besluit – Motiveringsplicht

(Ambtenarenstatuut, art. 25, tweede alinea, 45 en 90, lid 2)

1.      Een door een bevorderingscomité gedaan voorstel voor de toekenning van gratificatiepunten van de verschillende categorieën voorzien in een bevorderingsstelsel dat bij een interne regeling van de Commissie is ingevoerd, vormt geen bezwarend besluit. De bevorderingscomités zijn immers niet bevoegd om besluiten over de toekenning van gratificatiepunten te nemen. Hoewel elk bezwarend besluit op grond van artikel 25, tweede alinea, van het Statuut moet worden gemotiveerd, geldt dit dus niet voor een dergelijk voorstel van een bevorderingscomité betreffende een niet-bevorderde ambtenaar.

(cf. punt 54)

2.      In het kader van een bevorderingsprocedure is het tot aanstelling bevoegd gezag niet verplicht een bevorderingsbesluit te motiveren, noch tegenover de bevorderde noch tegenover de niet-bevorderde kandidaten. Dat gezag is echter verplicht om zijn besluit te motiveren tot afwijzing van een klacht die een niet-bevorderde kandidaat op grond van artikel 90, lid 2, van het Statuut heeft ingediend.

(cf. punt 55)

Referentie:

Hof: 7 februari 1990, Culin/Commissie, C‑343/87, Jurispr. blz. I‑225, punt 13

Gerecht van eerste aanleg: 3 februari 2005, Heurtaux/Commissie, T‑172/03, JurAmbt. blz. I‑A‑15 en II‑63, punt 42