Language of document :

Arrest van het Gerecht van 19 juni 2018 – Le Pen / Parlement

(Zaak T-86/17)1

(„Regeling kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement – Vergoeding voor parlementaire assistentie – Terugvordering van de onverschuldigd betaalde bedragen – Bevoegdheid van de secretaris-generaal – Rechten van de verdediging – Bewijslast – Motiveringsplicht – Gelijke behandeling – Misbruik van bevoegdheid – Onafhankelijkheid van de leden – Feitelijke onjuistheid – Evenredigheid”)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Marion Le Pen (Saint-Cloud, Frankrijk) (vertegenwoordigers: aanvankelijk M. Ceccaldi en J.-P. Le Moigne, vervolgens M. Ceccaldi en ten slotte R. Bosselut, advocaten)

Verwerende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: G. Corstens en S. Seyr, gemachtigden)

Interveniënt aan de zijde van verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: A. Jensen, M. Bauer en R. Meyer, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van het besluit van de secretaris-generaal van het Parlement van 5 december 2016 betreffende de terugvordering bij verzoekster van een in het kader van parlementaire assistentie onverschuldigd uitgekeerd bedrag van 298 497,87 EUR en van de desbetreffende debetnota van 6 december 2016.

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Marion Le Pen wordt verwezen in haar eigen kosten en in die van het Europees Parlement, met inbegrip van de kosten van de procedure in kort geding.

De Raad van de Europese Unie zal zijn eigen kosten dragen.

____________

1     PB C 104 van 3.4.2017.