Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato (Italië) op 13 juli 2020 – Regione Veneto / Plan Eco S.r.l

(Zaak C-315/20)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Consiglio di Stato

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Regione Veneto

Verwerende partij: Plan Eco S.r.l

Prejudiciële vraag

Aan het Hof van Justitie wordt het volgende gevraagd:

in een situatie waarin geen gevaarlijk afval bevattend, gemengd stedelijk afval mechanisch door een installatie is behandeld voor energieterugwinning (handeling R1/R12 als bedoeld in bijlage C bij de Italiaanse milieuwet), en na afloop daarvan in theorie blijkt dat de behandeling de oorspronkelijke eigenschappen van het gemengd stedelijk afval niet wezenlijk heeft veranderd, doch daaraan Euralcode 19.12.12 is toegekend, wat niet door partijen is betwist;

met het oog op de beoordeling van de rechtmatigheid van de bezwaren van het land van herkomst tegen het verzoek om voorafgaande toestemming voor de overbrenging van het behandelde afval naar een Europees land naar een productie-installatie waar het wordt gebruikt voor gezamenlijke verbranding, of hoe dan ook voor energieopwekking, welke bezwaren de bevoegde autoriteit van het land van herkomst heeft ingediend op grond van de beginselen van richtlijn 2008/98/EG1 , en inzonderheid de rechtmatigheid van bezwaren die, zoals in de onderhavige zaak, zijn gebaseerd op:

-    het beginsel van bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu (artikel 13);

-    de beginselen van zelfvoorziening en nabijheid als bedoeld in artikel 16, lid 1, waarin is bepaald: „De lidstaten nemen passende maatregelen, in samenwerking met andere lidstaten wanneer zulks noodzakelijk of raadzaam is, om een adequaat geïntegreerd netwerk tot stand te brengen van afvalverwijderingsinstallaties en van installaties voor de nuttige toepassing van gemengd stedelijk afval, ingezameld van particuliere huishoudens, ook indien die inzameling dergelijk afval van andere producenten omvat, rekening houdend met de beste beschikbare technieken”;

-    het in artikel 16, lid 2, laatste volzin, vastgestelde beginsel, dat als volgt luidt: „De lidstaten kunnen tevens transport naar het buitenland van afval om milieuredenen beperken, zoals bepaald in verordening (EG) nr. 1013/2006”2 ;

-    overweging 33 van deze richtlijn, waarin staat te lezen: „Voor de toepassing van verordening (EG) nr. 1013/2006 [...] betreffende de overbrenging van afvalstoffen blijft gemengd stedelijk afval als bedoeld in artikel 3, lid 5, van die verordening, gemengd stedelijk afval, zelfs wanneer het een afvalverwerkingsoperatie heeft ondergaan dat de eigenschappen ervan niet wezenlijk heeft veranderd”,

maken de Europese afvalstoffenlijst (inzonderheid Euralcode 19.12.12, afval van mechanische afvalverwerkingsinstallaties voor handelingen van nuttige toepassing R1/R12) en de indelingen daarvan inbreuk op de [Unie]regeling inzake de overbrenging van afvalstoffen die vóór de mechanische behandeling gemengde stedelijke afvalstoffen waren, en zo ja, in hoeverre?

meer in het bijzonder, hebben de genoemde bepalingen van artikel 16 van richtlijn 2008/98/EG en overweging 33 daarvan, die uitdrukkelijk de overbrenging van afvalstoffen betreffen, met betrekking tot de overbrenging van afvalstoffen die het resultaat zijn van de behandeling van gemengd stedelijk afval, voorrang op de indeling in de Europese afvalstoffenlijst?

en, kan het Hof, indien het dat raadzaam en nuttig acht, specificeren of deze lijst van regelgevende aard is of daarentegen louter een technische certificering vormt waarmee alle afvalstoffen kunnen worden getraceerd?

____________

1 Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB 2008, L 312, blz. 3).

2 Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PB 2006, L 190, blz. 1).