Language of document :

Beroep ingesteld op 22 september 2011 - Europese Commissie / Franse Republiek

(Zaak C-485/11)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: A. Bordes en G. Braun, gemachtigden)

Verwerende partij: Franse Republiek

Conclusies

vaststellen dat de Republiek Frankrijk, door bij wet nr. 2009/258 van 5 maart 2009 betreffende audiovisuele communicatie een bijkomende bijdrage op te leggen aan operatoren van elektronische communicatie1, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 12 van richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten2;

de Franse Republiek verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De Commissie heeft het onderhavige beroep ingesteld omdat zij eraan twijfelt of artikel 302 bis KH van de Code général des impôts (algemeen belastingwetboek), ingevoegd bij artikel 33 van wet nr. 2009-258 van 5 maart 2009 betreffende audiovisuele communicatie en de nieuwe openbare televisiedienst, verenigbaar is met voornoemde "machtigingsrichtlijn". Doordat ondernemingen die een elektronische-communcatiedienst aanbieden of een elektronische-communicatienetwerk exploiteren in het kader van de algemene machtiging, een bijdrage wordt opgelegd, handelt verzoekster in strijd met artikel 12 van de richtlijn. De Commissie is het niet eens met de stelling van de nationale autoriteiten dat dit artikel uitsluitend ziet op de bijdragen die de lidstaten kunnen opleggen "in het kader van" de afgifte van een machtiging of van een handeling die verband houdt met de machtigingsprocedure voor operatoren van elektronische communicatie. Volgens verzoekster omvat dit artikel elke "administratieve" bijdrage in welke vorm dan ook, dat wil zeggen alle kosten die voortvloeien uit het beheer, de controle van en het toezicht op de naleving van het algemene machtigingssysteem, en niet alleen de kosten die verband houden met de afgifte van een machtiging.

____________

1 - JORF nr. 0056, blz. 4321.

2 - PB L 108, blz. 21.